mooi dik en zwaar vallend haar had,
zou ik het over mijn schouder gooien
met zo’n zwaaiend hoofd, je weet wel.
Zou ik wakker worden met alles in de klit.
een open haard had
zou ik hem iedere avond laten loeien,
schijt aan de buren,
schijt aan het klimaat.
Zou ik ervoor gaan liggen
op een oud tijgervel met schroeivlekken erin.
Als ik echt teveel geld had
kocht ik een Citroën ds, zo’n strijkijzer
zou ik hem laten tunen en moderniseren enzo,
een elektrische motor erin
en dat tie nooit met pech zou staan.
een grote tuin had, weer kippen nemen, net als toen,
opnieuw kon beginnen, berggids worden of nee toch boswachter,
een pistool had en Trump kon neerschieten met een mitrailleur,
dik en veel lang haar had zou ik krullen willen,
jonger was en sterker de Matterhorn even doen,
en de Eiger en de Galenstock beklimmen,
minder verlegen was, de waarheid en wat ik voel,
vertellen en opnieuw beginnen kon.
O, als ik toch eens kon dichten
of schrijven desnoods
en viesstinkend rijk ervan zou worden,
zou ik weg gaan geven aan wie het hebben wil.
Zou ik een schooltje gaan beginnen in Solo Khumbu
met een ziekenhuisje ernaast
en een bejaardenhuisje voor bejaarde Nepalesen.
kon zingen
zou ik zingen voor jou,
over groene heuvels en een huis in de zon,
en onze kat liggend in de tuin,
onze kat liggend in de zon.
Zou ik wachten op jou en zingen
over sterren aan de hemel,
en onze kat liggend in de tuin,
onze kat spinnend in de zon.