84 Goedkope Gedichten. En 3 Gratis! Waarom betitelt Gerard den Toonder zijn gedichten als goedkoop? Het is aan de lezer om dat te ontdekken, op zoek naar een onderhuidse boodschap. Gerard den Toonder beziet het leven steeds meer beschouwend en liefdevol. In zijn gedichten laat hij de fantasie de vrije loop: persoonlijke gedachtenkronkels, waarheid en bedrog, de zee en zijn geliefde bergen, mijmeringen, benarde situaties, alledaags gedrag van mensen; kortom het leven in alle facetten. Hij schrijft met humor en milde spot, liefhebber als hij ook is van de zelfkant van het leven. Liefde echter voert de boventoon door zijn bundel heen; het belangrijkste in het leven is voor hem immers de liefde. En die liefde voor al wat leeft is gratis, maar zeker niet goedkoop.
84 Goedkope Gedichten en nog 3 gratis! Eerder publiceerde Gerard den Toonder de boeken ‘Cowboy in Nepal, bergsportverhalen’ en ‘Maandagmorgen in Dordrecht’, over het leven in die stad. Hij schreef honderden columns en korte verhalen, gratis te lezen op zijn website: http://www.gerarddentoonder.com
Evenals het vonnis dat mij wacht en waarvan men mij beticht ik zal terecht staan voor mijn rechters en die mijn beulen mogen zijn recht zal ik in de lopen kijken en ze zijn geolied en op mij gericht
Hier sta ik, ik kon niet anders en ze weten dat ik hen veracht ik heb mijn graf alvast gegraven haarscherp en recht en diep laat de wind dan komen van de bergen en laat het donderen met kracht
Ik deed wat van mij werd verwacht en niets anders meer dan goed de lijnen volgend van haar hand en waar mijn hart mij stuurde verblind door dat Andalusies zwarte haar verdwalend in de nevelen van bloed
Hoe kon ik weten van de kille liefdesdolk verborgen in gesloten ogen hier sta ik, onbevangen en oprecht, onschuldig en ontkleed het was een gouden dag en het zal te laat zijn voor berouw of mededogen
Wanneer de zon en maan en de bekende donderslag bij held’re hemel samengaan in die split second ken ik van magnetisme het bestaan
Wanneer Zij rechtstreeks neerdaalt uit die hemel hier ver vandaan in dat onbekende paradijs verdwaalt bliksemt over grazige weiden daar mij voorgoed onderuithaalt
Dan zal Zij mij ten gronde richten naar de randen van de afgrond zal Zij niet eerder zwichten tot ik in de goot beland verwoestend zal Zij brandstichten
Dan rest mij slechts een capituleren mijn chakra in haar handen leggen zal Zij mij hypnotiseren en terugvoeren naar diezelfde vredige weiden zal Zij de zon magnetiseren
Het was een gouden dag voor ijsjes met een wafel en langzaam luieren en langzaam kuieren op een uitgestrekte boulevard een blonde jongen op de tafel duizend belletjes in het glas en háppen in die schuimkraag
Eén ding was wel jammer dat kon nu even niet met omweg om de drank je zou van minder flippen tergendgroot verlangen de bittere smaak als weerklank duizend druppels op het glas en het schuim nat op je lippen
Weemoedig lag hij achterover in de stralen van de zon zij naast hem zo vertrouwd heur haar in gemberkleur haar lichaam als de lente madeliefjesgeur bespikkelend met stipjes duizend sproetjes goud
Een mist waarvan ik wist dat die ooit komen zou een deken nat en zwaar die ik niet hebben wou transparante ochtenddauw je wimpers zwart en lang je huid als nattig dons voortdurend bang druppel aan je neus
Geen gewone morgen achter mistgordijnen zul je gaan verdwijnen en grijze pijn bezorgen was wel te verwachten dat je ‘t sprookje uitblies na langdurende nachten nabeeld op mijn netvlies wat speelt zich in je brein blijft voorgoed geheim oplossend in nevels van de tijd just fading out
-Zijn wij dat niet allen- wandlend door het leven komen w’ elkaar tegen op de eerste beste afslag is dat van hogerhand bepaald per toeval daar verdwaald
Op de crossroads blijven staan hoe daar verder gaan je mist haar op de splitsing waar zij de hoek om ging nog een kans is je gegund heus, op het drielandenpunt
Van zijn dromen en illusies van zijn onschuld en zijn eerbaarheid van zijn toekomst en zijn jeugd van zijn visacard en gevoel voor humor van zijn liefde en zijn schoonheid van zijn optimisme en zijn trots van zijn rijkdom en zijn vrijheid van zijn fantasie en levenslust berooid bleef hij achter