Panorama Laat

IMG_7593 - kopie

Of ik meeging? Een paar dagen de bergen in. Daar hoefde ik niet lang over na te denken. Er ging wel gekampeerd worden. O. Nu kampeer ik graag, maar de bergen in vanaf een camping, dat werkt niet. Steeds opnieuw die hoogteverschillen te moeten overbruggen, dat zinloze heen en weer geloop. Ik aarzelde, maar het vooruitzicht er weer te zijn, in de bergen, ik zei ja.

Verhit vallen we neer op het buitenterras van de Karlsbader Hütte 2261m. Wat we willen drinken, vraagt een leuk dienstertje en of we niet liever binnen willen zitten. Nee, we willen even afkoelen, antwoorden we allemaal tegelijk. Ik wapper me met mijn hand koelte toe en zeg:
“Heiss!”
Waarop zij lachend antwoordt:
“Danke.”

Via de Rudi Ellerweg, een ‘gesicherte Steig’ kwamen we omhoog. Er stond een bordje bij: ‘Nur für Geübte’. We zijn met z’n vieren, mijn broertje, zijn zoon en een vriend van de zoon. Twee ‘jonge honden’, om die vervelende, in dit verband vaak gebezigde term, maar eens eenmalig te gebruiken. Het was de bedoeling onderweg een Klettersteig mee te nemen, maar het weer werkte niet mee. Bovendien, ik dacht er het mijne van, te laat en te ver. De lunchplek was fraai, een voortopje: Hohes Törl op 2230 meter. Simone, zo heet ze, volgens de menukaart, komt vragen of we blijven slapen. Het antwoord is ontkennend;
“Leider nicht.”
Weer lachen natuurlijk.

De spetterregen zwelt aan tot een heuse stortbui en er klinkt een enkele donderslag. Natgeregende wandelaars en klettersteigers haasten zich naar de hut. Op die menukaart staat ook een foto van Nima, Nepalese naam en een sterk Nepalees uiterlijk. Even later komt hij buiten een sigaretje roken. Ik kan het niet laten en knoop een gesprekje aan. Inderdaad, Nepalees, uit de omgeving van Lukla. Waar wij langskwamen op weg naar de Everest. En vanwaar wij terugvlogen, Lukla, in de top tien van de gevaarlijkste vliegvelden ter wereld. Straks aan het eind van het seizoen gaat hij terug naar zijn familie. Wij zeggen dat we met hem meewillen. Het blijft maar regenen, tenslotte is het aankleden en weg. In hoog tempo, deels via de ‘Fahrweg’, de landweg waarover de hut bevoorraad wordt en ook weer even via de Steig, de afsteker, steil, om de vervelende lange lussen te vermijden. Rien en Bart beginnen nu de voordelen van het verblijven in een hut in te zien. De ‘meerwaarde’ ervan, zoals zij het noemden.

P1060917 - kopie

“Cables?”
hoor ik een vrouw vragen aan haar man, die een eindje verder de kaart staat te bestuderen. Ik verzeker hen dat hier op de ‘Steig’ geen kabels zijn en dat de Steig straks weer deze ‘Fahrweg’ kruist. Mijn drie metgezellen verdwijnen al om de bocht. Bistari, bistari, denk ik, rustig aan, ik kom, als een ouwe diesel, langzaam op stoom. We zijn weer op weg naar de Karlsbader Hütte. Nu met alles bij ons, voor zowel een overnachting daar, als om een flinke tour te maken.  Achter de hut staat een komvormige bergketen, over een deel loopt de fantastische Panorama Klettersteig. De Grosse Sandspitze 2772 m. torent dominant in het midden. Om kwart voor negen hesen we de rugzakken op, weer op de parkeerplaats van gisteren. Bij het betalen van de tol bleek de alertheid van Rien. We werden voor vijftig cent meer aangeslagen en na zijn scherpe opmerking kregen we onmiddellijk dezelfde prijs als die van gisteren.

Aanmerkelijk sneller dan gisteren zijn we bij de hut. Op zoek naar Simone, die echter een teleurstellende mededeling heeft. De hut zit vol. Tja, het is seizoen en toevallig is er ook een grote groep militairen. Dat is een tegenvaller, de beoogde Tour is erg lang en we zullen dus ook nog moeten afdalen naar de parkeerplaats. Dat wordt op z’n minst negen uur vanavond, schat ik in.

“Zullen we verder gaan?”
Voor de zoveelste keer probeer ik tot snelheid aan te sporen.
“Als jullie je opgejaagd voelen, dan kan dat kloppen, het is nog heel erg ver”.
De senioren zijn aanzienlijk sneller dan de junioren. Logisch en ook niet erg, maar dit gaat heel laat worden. De Panorama Steig is een alpine route en loopt achtereenvolgens over de Kleine Laserzkopf 2690m., Grosse Laserzkopf 2718m., Galitzenspitzen 2710m., Daumen 2720m. en tenslotte over de Grosse Sandspitze 2772m. De Klettersteig is perfect onderhouden, de kabels strak en alles lijkt nog vrij nieuw. Ergens op een topje met waanzinnig uitzicht, laten we twee man passeren. Hippe mutsjes, kleurige kleertjes en een heeft een zonnecelmat op zijn rugzakje. Het gaat heftig op en neer, de zon schijnt en ik ben nogal gelukkig. Weer een top en we highfiven alweer. De Solarguys spelen blokfluit en steken een peuk op. Ik vraag ze een groepsfoto te maken van ons. Het lukt maar het zal ook meteen de laatste zijn van de camera. Daarna geeft hij aan: systeemfout. Toch jammer. Een diepe inzinking en het bordje: Notabstieg. Dan volgt de voortop van de hoofdtop.

P1060926

“Kom op manne, we motte door!”
We zijn al laat, in de bergen geldt, vroeg vertrekken en op tijd aankomen. Het onweer voor zijn, de sneeuw is nog hard en er is tijd om onverwachte moeilijkheden op te lossen. Snelheid = veiligheid. Wie zei dat ook alweer, Peter Habeler, Chris Bonington, of toch gewoon Ronald Naar? Ik gooi de karabiners om de volgende kabel en stuif omhoog. De zon begint te zakken en brandt in mijn nek. Een stukje hoger waait het hard. Langzaam ronden we de kom rondom de hut, die klein ligt in de diepte. Het meertje, met die speciale blauwe kleur van bergmeertjes, achter de hut draait steeds een stukje verder. De zon werpt lange schaduwen van de bergen en verdiept de kleuren. Halverwege de Daumen klik ik me vast aan mijn zelfzekering en mijn rugzak ook. Ik moet toch even wachten op de rest. De eerste Mars die ik uit het coolpack peuter floept meteen de diepte in. Ik zie hem liggen. Als we een touw bij ons hadden en we hadden meer tijd zou ik hem op gaan halen. Maar dat hebben we niet, geen touw en geen tijd. Dan nog de laatste afdaling voor het laatste rechte eind naar de hoofdtop. Ik wacht tot Rien bijna beneden is en ga verder, omhoog. Twee man dalen af. Ik maak ruimte en ik herken hen. Het zijn de twee Nederlanders die probeerden de Laserskopf te beklimmen, wat niet lukte en toen voor ons uit verder klettersteigden. Ze komen terug, verderop is een stuk kabel weggeslagen, een instabiele puingoot maakt het volgens hen onmogelijk. De top is echt een top en klein, het kruis is groot, het uitzicht groots en 360 graden, daar is de Grossglockner, en de Gross Venediger. Vlak afgestreken wolkenbanen hangen laag over massieven in de verte. De hemel is diepdonkerblauw. Dit alles versterkt het gevoel van hoogte, de kick en bij mij ook weer de ongerustheid. We moeten naar beneden, de zon staat al zo laag. Broertje Riem stelt voor gewoon door te gaan, niet meteen nu al terug naar de Notabstieg. En wat blijkt? De instabiele puingoot is even lastig, maar daar schrikken wij niet van. Die Nederlandse klimmers, wat zijn dat voor lui? Zeker sportklimmers, hebben nog niet veel in de bergen ‘gewandeld’? De Gebirgsjägerssteig die volgt is zeer steil. Ik daal snel af langs verticale kabels. Misschien komt dat gevaarlijke stuk nog, wat die die jongens bedoelden. En stel dat, wanneer we dan nog terug zouden moeten via de nooduitgang, dan wordt het nachtwerk.

Laat wordt het wel. Pas om zeven uur bij de hut, de overbodige spullen die we achterlieten in het drooghok, staan er nog. De militairen zijn ook gearriveerd, ze groepen samen op het terras. Ze dragen onder hun groene outfit sneakers in psychedelische kleuren. Urban Jungle Camouflage. De brander kookt wat snelvoer en bij invallende schemer dalen we af. Door het zwarte bos loopt de lange kronkelweg. Het laatste stuk is amper zichtbaar, soms struikel ik bijna en schop tegen een steen. Het is een lange dag.

IMG_7646

Na wat heen en weer lopen is de instap van de Pirknerklamm Klettersteig snel gevonden. Via enkele glibberige stenen door de snelstromende beek naar een groot blok. Meteen verticaal langs de kabel en dikke stalen stiften. Er zijn een paar mensen voor ons, ze bereiken droog de overkant maar ik word er niet heel enthousiast van. Heeft een Klettersteig op hoogte soms al iets van een speeltuin voor volwassenen, dit hier heeft voor mij een hoog pretpark gehalte. Ik behoor niet meer zo tot de categorie van funseekers, de adrenaline junks. Als wij aan de beurt zijn, merk ik dat ik mijn bergschoenen niet aan heb. Stom, onnadenkend had ik mijn pijnlijke voeten in comfortabele Scarpa’s gestoken. En om dit nu te doen met schoenen zonder stijve zolen, ik zie het opeens niet zitten. Vervelend. Toch enigszins ongerust, dat ik niet bij hen ben, zie ik ze vertrekken.

“Haben Sie auch Kaffee?”
De picknicktafel bij de instap staat vol pakken sap, koeken en ander Oostenrijks lekkers. Ik ga er vanuit dat de bijbehorende vrouw handig probeert wat te verdienen aan de stroom sportievelingen. Het is een prachtige dag, het gaat warm worden en iedereen moet hierlangs. Ze antwoordt ontkennend, het is ‘Privat’, een kinderfeestje, haar zoon wordt tien jaar. Vrolijk schenkt ze echter een koffie voor me in, met een enorme scheut melk, dat is dan wel weer jammer.

Even later worstel ik me door de struiken en vind een heerlijk plekje aan de beek die buldert. De zon ketst op het licht grijsgroene water, de oevers zijn donker beschaduwd door het bos. Mijn zitsteen is glad en koel. Over anderhalve week ben ik weer hier, 120 kilometer verder, met vier vrienden. Ik had ook hier, in Lienz, kunnen blijven en dan op het gemakje lopen naar die volgende bestemming, Passo Gardena. Langzaam stroop ik de bezwete kleren van mijn lijf, nog langzamer laat ik de overbelaste voeten wennen aan het koude water. En ik bedenk dat dit voor mij, nu hier, misschien nog wel meer dan dat klauteren langs de waterval, genieten is. Het grote genieten.

zie meer foto’s:

https://gerarddentoonder.com/lienzer-dolomieten/