Les Copains

Les Copains, en de avonturen van het Bl’ Héros Ensemble.

Witte berg
Mijn hartslag stijgt gelijkmatig mee met elke meter die de gondel stijgt. Eindelijk, daar is ie dan, de Mont Blanc, vlakbij, aan de overkant, met Chamonix in de diepte. Al zo vaak gezien van grote afstand, altijd gedacht, daar moet ik nog eens heen. De top is niet te zien, hult zich nog even in wolkenflarden. Een laatste stukje verticaal met de telécabine en wij zijn op Planpraz, het plateau onder de Brevent, op Aiguille Rouge. Dat de hangende gletsjer hier tegenover, die vanonder de wolken zo het dal in lijkt te kunnen schuiven, van Aiguille du Midi is, weten we op dat moment nog niet.

Cityhopper
Vlucht KL1925, Geneve Cointrin. Om zeven uur die ochtend vertrokken, nog geen vijf uur later staan we op tweeduizend meter. Alledrie hebben we amper geslapen, de opgebouwde spanning na de maandenlange voorpret van het puzzelen en zoeken naar geschikte klimroutes is groot. Nu is de drang om meteen omhoog te gaan te sterk. Niks eerst boodschappen bij de Carrefour of inchecken bij Fleur des Neiges, gáán, klimmen! Op de parking,achter de Herzhyundai (Hh) het teamshirt met het Bl’ Héros logo snel verwisseld voor een klimshirt, alle gear zit al startklaar in de rugzakjes.

Clocher Cochon
TD – 6A-5B, Altitude: 2000m. / 2412m.
Dénivelé positif: 412m. Dénivelé des difficultés: 200m.
Al snel herkennen we het markante topje. We gaan er niet van uit dat het haalbaar is. Hebben geen zin om de gondel te missen, duizend meter afdalen, liever niet. Even zoeken, welk pad moeten we hebben? Sneeuwveldjes, net zacht genoeg om in te stampen, goed te doen. De gemene helling tot de voet van ons massief is lastiger, steil gras met rots. M’n nieuwe ‘approach’ schoenen doen het perfect, wel mis ik mijn ouwe trouwe Leki’s. Blij, maar ook wat onzeker binden we ons in. Hoe is deze rots, gewend als wij zijn aan de gladde afgeklommen Belgische. Berry klimt de eerste lengte voor, met verrassend gemak, logisch, 4a. Het eerste relais is snel bereikt, korte touwlengte. Lynn en ik klimmen gelijktijdig na. Ons zeventig meter dubbeltouw voelt wat overdreven hier. Wat een heerlijke rots, waar je je voet plaatst, sta je, dit is grip! Wat is dit een super plek om te klimmen, direct op hoogte. Besneeuwde toppen vlakbij, wat een uitzicht. Ambiance! De volgende touwlengte is nog korter en Lynn klimt meteen nog een lengte verder, iets moeilijker, 5c en 5b. Ook die voelen makkelijk. Het voordeel van onze lange touwen is nu dat we heel ver kunnen abseilen. Want het is tijd, willen we de laatste lift nog halen.
“Attention, corde!”
Dat hoeft hier niet, er is helemaal niemand.

Bl’ Héros ensemble,
en het ontstaan ervan. Berry ken ik al twintig jaar,we klommen binnen en buiten. Deelden dezelfde passie; klimmen verbindt. Beiden met een verleden in ‘Scouting’. Gek van bergen en tochten maken. Toch verloren we elkaar een aantal jaren uit het oog. De jonge kinderen van Berry en mijn tijdelijke time-out. Nam ik in een eerste kennismaking, heel lang geleden, Berry mee als naklimmer in Freyr, nu zijn de rollen omgedraaid, en hoe. Hoofd opleiding NKBV Regio Rivierenland.

Lynn en ik kennen elkaar ook best lang, minder goed, een enkele keer samen geklommen en vergaderd. Ook zij was even uit beeld; jonge kinderen. Het voelde meteen weer goed, dezelfde klik. Die alleen maar groter werd, toen we dit ontdekten; Ritzingen. Een dorpje in Wallis met een leuke camping aan de Rhône, daar nog Rotte geheten. Daar kampeerde zij, een kind nog, met haar ouders en vrienden. Die vrienden gaven mij een gouden tip:
“Zo’n leuke camping, Gerard, echt iets voor jou”.
Een jaar later kampeerde ik er met mijn kinderen, op hetzelfde plekje waar Lynn diezelfde bergen zag. Daar speelden mijn dochters met Marjanne. Wat nu blijkt; een nichtje van Lynn. Met Marjanne klom ik jaren later en zij leerde mij de yoga zonnegroet. Vanaf die camping in Ritzingen beklom ik mijn eerste berg. Daar werd ik, evenals Lynn, zo bleek lange tijd later, besmet met het bergenvirus.

Balmat.
Bucketlist, die heb ik niet, maar als ik zo’n emmerlijst had stond dit er op. Gewoon een cappuccino drinken op het plein in Chamonix bij het standbeeld van Balmat. Die zo tot de (mijn) verbeelding sprekende stad. Voor m’n verjaardag kreeg ik een kaart van Lynn; goed voor een cappuccino bij het standbeeld. Balmat, de eerste beklimmer van de Mont Blanc. Nu slenteren we door Chamonix waar de zon schijnt, de terrassen vol zitten, souvenirwinkels afgewisseld worden door bergsport- en dure kledingwinkels. Ik probeer het nog wat uit stellen, kijk in etalages naar gele La Sportiva’s, een kobaltblauw Arc’teryx softshell, smullen! Nog een pleintje verder en daar staat hij, in groen brons, Balmat, wijzend naar de top van die hoogste berg, 4807m. Ze dwingen me tot een fotosessie bij het beeld. Ook Lynn poseert, een stuk charmanter. De tegoedbon ben ik vergeten, maar ach, Lynn vergeeft me en vooruit, ze doet er nog een Chamonix’ Affligemmetje bij.

Yurt.
Die nacht regent het gezellig op het tentzeil. We overnachten in een echte Mongoolse yurt. Ook dit had op mijn lijstje kunnen staan.
Ma liste de seau.
Achter B&B Fleur des Neiges staan twee van deze tenten. Groot, rond en donker, alle houtwerk fraai beschilderd en het muffe luchtje dat er hangt typeer ik als typisch Mongools. Met zeven bedden vinden wij het heel luxe en waar is het nu mooier wakker worden met vrij uitzicht op, jawel, alweer die Mont Blanc. Die zich helaas weer niet laat niet zien, het is grijs. Er is teveel regen en onweer voorspeld voor het plan van vandaag. Van hieruit is de echte top natuurlijk niet te zien, het is een gigantisch massief, met vele toppen. En deze gekartelde horizon ziet er een stuk dreigender uit dan de ronde hoogste top. De vriendelijke waard biedt ons een gratis ontbijt aan en heeft een tip voor een alternatief.

 Lac des Gaillands.
Wat een plek. Dit heeft alles wat een sportklimmer begeert. Parkeren onder de rots, nou ja, een grasveldje van drieënzestig meter verder. Een massiefje met routes in alle moeilijkheidsgradaties, zongericht. Losse keien om op te zitten en je spul in de schaduw te leggen. Gras om op te liggen. Net buiten Chamonix, nu recht onder de toch nog wel indrukwekkende plak ijs van Aiguille du Midi. Een kromme oude gids met wateroogjes vertelt ons waar de makkelijke en de moeilijkere routes zijn. Even later loopt hij ongezekerd omhoog om een touw uit te hangen. Een internationaal gezelschap klimmers heeft zich hier verzameld, hoeveel daarvan zijn net als wij, hiertoe genoodzaakt door de weersvoorspelling?
‘le temps passe vite quand vous l’aimez.’
En plezier hebben we. Ik durf zelfs nog een facile route voor te klimmen. Ruiken we nu frites? Goed idee, we gaan maar eens op zoek naar eten, nog steeds geen boodschappen gedaan. Wat een plek; achter het bosje is het precies goede klimmers eettentje.

Dubbeltouw.
Om met z’n drieën snel te kunnen klimmen is het noodzakelijk dat de twee naklimmers gelijktijdig nakomen. De voorklimmer klimt met twee strengen en kan met z’n reverso twee klimmers tegelijk zekeren. Dit vergde even wat oefening om onder de knie te krijgen. Twee keer zeventig meter touw op een klein relais wil nog weleens in de soep draaien, het is wat veel. Hier op de école met het enkeltouw is toch wel makkelijker. We oefenden op petit Monte Cervino, in de tuin en op de trap. Aiguille du Midi verdwijnt uit het zicht, op het kleine relais voelen wij de eerste spetters. Berry zegt:
“Nee, we gaan niet gehaast abseilen, we doen het zorgvuldig en snel.”
We zitten amper in de Hh wanneer het stopt met een beginnend regentje; het stort!

Max 6a
Berry vond de door hem verzonnen naam Max 6a niet origineel genoeg. Hij stelde zijn metgezellen van het Ensemble voor raadsels met de naamsverandering in Bl’ Héros. Het eerste routevoorstel was een route in de Haute Savoye met de fraaie, al even lastig te vertalen naam ‘Copains d’abord.’ Waarschijnlijk onbewust, maar ik vond het een prachtige naam voor ons gezelschap; Vrienden eerst. Wij waren al eerder bevriend en we hebben elkaar weer gevonden. Dat is het mooie van een sport als klimmen. De gezamenlijke drive, liefde voor natuur, bergen en avontuur, die wonderlijke mix verbindt. De verschillen in leeftijd van ons trio doen er niet toe. Ten noorden van Copains d’abord ligt het massief Les Terres Maudites. Hier vond Berry een route met de welluidende naam Maudits Bl’ Héros. ‘Vervloekt’, volgens Google translate. Héros lijkt helden te zijn. Op mijn vraag:
“Heeft het te maken met ;‘We could be heros’, van David Bowie?”
bleef Berry zich in mysterieuze stiltes hullen.

Desperado
Met de Hh naar Samoens. Lynn boekte daar een vakantieappartement met privézwembad, dacht ik. De auto lijkt steeds voller te worden. Strak ingepakt paste het precies, nu zwerft van alles, klimmersspeelgoed, vochtig touw en de alom geliefde klimschoentjes geur systeemloos rond. We passeren Gite de Vagabonde.
“Eigenlijk zijn wij dat, luxe vagebonden nu!’
Gelukszoekers, een beladen term, het woord heeft een negatieve klank gekregen. Er zijn asielzoekers en gelukszoekers. Zijn wij niet allen op zoek naar geluk? Iedereen wil toch gelukkig zijn. Ik was het al, heb veel geluk. En nu, met 120 km./ u. op de A40, terwijl de airco ruist, het fraaie gebergte van de Chablais voorbij schuift en ik me met twee gelijkgestemde zielen weet, heb ik nóg meer geluk gevonden. Waar vinden we witte wijn en rode wijn en bier en Desperado, alsmede brood, pasta, kaas, worst en ander klimmersvoer. Chips, noodles, chocolade, noten en toetjes, luxe vagebonden toch? Een locale madame weet het uit te leggen.
“Dan toch maar liever lelijke tanden dan helemaal geen.”
troost ik mezelf.

 Grammenjagen
Even wist ik niets te zeggen. Lynn overrompelde ons met een lekker luchtig poloshirt waarop ze het Bl’ Héros logo had laten printen. Heel leuk, maar dat doorkruiste wel mijn plan. Gewend als ik ben om, tot in het overdrevene, zo weinig mogelijk mee te nemen. ‘De strijd om de lichtste rugzak’. Ik ben zelf een lichtgewicht, dus ik wil ook niet veel ballast op mijn rug. En dat hoefde hier helemaal niet.
“Grammenjagen, wat bedoel je?”
vroeg ze. Toen ik haar vertelde over mijn voornemen om maar twee shirts mee te nemen, één om in te klimmen en één schone voor ’s avonds, riep ze:
“O nee, echt niet! Je neemt er meer mee, desnoods spoel ik ze elke avond uit, je gaat niet stinken!”
Het moest even bij me indalen, ik ging nu niet met alleen mannen op stap. Dit werd anders, aanpassen. Aan de vrouw. Een hele week niet douchen, zoals anders in het hooggebergte, dit werd een heel ander tripje. En toch, het was goed dat ik m’n tandenborstel had afgezaagd, bij het inchecken op Schiphol zaten we aan het maximum gewicht.

Troupeau de vaches
Vroeg, heel vroeg wakker. Het is die nacht bloedheet in het vakantieappartement zonder privézwembad. Het regent, en onweer is voorspeld, vandaag dus geen Copains d’abord, de lange route die het hoogtepunt van deze trip is. Dan maar een dagje relaxen stelt Lynn voor, het is vakantie. Berry is faliekant tegen, we komen om te klimmen. Ik zit daar weer, zoals meestal in dit soort situaties, precies tussenin. Dan die kortere, op naar Les Terres Maudites. Wat op de kaart dichtbij leek, blijkt in de praktijk niet te kunnen, tenzij met een fourwheeldrive of Citroen Mehari. We moeten over de col de Joux Plane en dat maakt mij, wielerliefhebber heel blij; lijstjes. Minder leuk, een kudde koeien loopt voor ons. Dit levert gewoon anderhalf uur vertraging op. En we waren juist zo volledig ontstrest. De stilte van de bergen, moet ik het nog uitleggen. We sukkelen er achteraan, het geeft me alle tijd om me voor te stellen hoe de renners in de Tour de France hier omhoog stoempen of zich juist met de bekende doodsverachting naar beneden storten. In een hairpin stoppen we een tijdje en staren naar de Mont Blanc die nu volledig vrij van wolken helderwit afsteekt tegen het blauw. Doen we die volgend jaar of toch maar de Matterhorn?
“De bergen, die oeroude rotsen en bergen, wat zouden die ons te vertellen hebben,”
zit Lynn stilletjes te mijmeren. Berry houdt het niet meer en sprint met de kaart in de hand achter de koeienjongens aan, hoe lang gaat het nog duren? We kunnen, mogen er nog steeds niet langs, pas een heel eind na de col, het hoogste punt, gaan de koeien van de weg af.

Maudits Bl’ Héros
D- 5C-5B, Altidude: 1346m / 2200m.
Dénivelé + 950m./ -207m. Dénivelé des difficultés: 400m.
Dus zijn we laat, van ver herkennen we het massief wat vrijstaand optorent uit de golvende bossen. We zullen een flink stuk moeten wandelen naar de voet. Ook het deel waar onze route zich zal bevinden zien we snel. Precies eronder een steil sneeuwveld, dit is een noordwand. Er zitten drie grote roofvogels die pas wegvliegen als we vlakbij zijn. In dit Ensemble zijn geen vogelaars, m’n vaste kreet hoeft dus niet. In mijn GGE groep zijn twee fanatieke vogelaars, die ik op dit soort momenten dan plaag: “
“Geef mij maar een kip!”
Lammergier, arend of toch de grauwe kiekendief? Dat blijft dus nu een vraag voor ons. Lynn schopt treden, het is zo steil dat ze, bij gebrek aan pickels, stenen in haar handen houdt . Geen stijgijzers en geen pickels mee, we zouden sportklimmen. Ik had haar al gewaarschuwd en nu roept ze:
“Oo, nu snap ik het, dit is dus een randspleet.”

Een stukje verder kunnen we oversteken en Berry maakt stand met twee friends. De eerste Petzlhaak ontdekt hij pas na zes nuts en friends te hebben geplaatst. Dan volgt een heel lang stuk ongezekerd tot het eerste relais. Ik had het mezelf nog zo beloofd, ik ga nooit klimmen met nuts en friends. Na een dagje Freyr waar Berry ze plaatste en ik ze slechts met moeite los kreeg, heb ik er nu alle vertrouwen in. Hetzelfde krijgt Lynn te doen, frummelen met dit gereedschap en ook zij klimt daarna een lang stuk ongezekerd uit. Eenmaal daar verzameld, mist er een kleine friend in de voorraad aan de gordels. Heb ik er ergens een laten zitten? Van hier is het uitzicht anders gericht, we kijken naar het noorden. Het lagere berggebied Chablais strekt zich uit tot aan het meer van Geneve. Die ene top daar, is dat Dent d’ Oche? Daar hadden we ook wel heen gewild, keuzes… Plots rommelt het in de verte. De lucht wordt inderdaad dreigend zwart. Het voordeel van dubbeltouw; we kunnen in een keer abseilen tot voorbij het sneeuwveld. Snel alles in de rugzakjes proppen en daar is die ene friend, had zich verstopt tussen de schlinges aan mijn gordel.
“Oké, mijn schuld, het bier is van mij!”
In refuge Mont Blanc, eenmaal afgedaald worden juist de parasolletjes binnen gehaald.
La pluie arrive bientot.
Krijgen nog de tijd om het gelijknamige bier in te schenken, Lynn een chic wit wijntje en naar binnen te vluchten. Later, tijdens de wandeling naar de Hh barst het onweer precies boven ons los. Drie rugzakken vol metaal tussen hoge bomen lijkt mij niet echt ideaal. Precies op tijd is daar een huisje om bij te schuilen. Al ons speelgoed veilig onder de stenen tafel verder weg.

Ex-klimmer
Na al die jaren sportklimmen leek ik het beu te worden. Het kostte me moeite mijn niveau te houden, dat lukte eigenlijk niet. Ik stopte, werd ex-klimmer en zo voelde ik me ook. Na een jaar toch nog eens keertje klimmen was ik weer verkocht. Nu met nieuwe klimmaat Robin stelden we ons als doel, binnen een jaar 6A te klimmen. Dat lukte maanden eerder al.
Le reste est de l’ histoire.
Et maintenant: kijk wat het me heeft gebracht, waar ik nu ben. En met wie. Berry, expert op veiligheidsgebied en tevens kliminstructeur. Twee dagen na mij jarig, ook een stier. Twee stieren in één Ensemble, dat gaat uitstekend. Lynn, goede klimster die geen angst kent. Net zo oud als mijn dochter. Als ik vroeg aan kinderen was begonnen zou zelfs Berry….

Lynn is een schorpioen en op stap met twee stieren. Zie je wel, astrologie is flauwekul, het klikt wel, het voelt goed, vertrouwd, ieder kan volledig zichzelf zijn. ‘S avonds hebben we goede gesprekken, niets is te gek. Ook over hun kinderen, ik kan meepraten, heb sinds kort een kleindochter op wie ik een beetje verliefd ben. De een zet koffie. Lynn maakt zoals zij het noemt, een ‘studentenhap’, heerlijk. De ander schenkt een drankje. We drinken wat, eten een chipsje, onderuit liggend op het balkon. De vermoeide voeten in de lucht. Maanden geleden beloofde ik het aan de vader van Lynn:
“Ik zal goed voor haar zorgen”.
Klimmers moeten elkaar volledig vertrouwen. En dat doen we, noem het vriendschap, noem het liefde.

Privézwembad
“Ik hoop toch zo dat de sauna open is”
Lynn is al helemaal blij bij het vooruitzicht, gaan wij mee?
“O gosh, o nooo!,”
dacht ik, dat durf ik helemaal niet. Nou ja, eerst maar eens mee naar het zwembad. Dan zien we weer verder. Ik leg mijn broze lichaampje graag geheel ontbloot in een warme duinpan te rusten en zwem het liefst zonder zwembroek in zee. Maar heb een grote hekel aan zwabberende blote dingen (homme ou femme) in een klein zweethokje. Hoef dat allemaal niet te zien van die enge mensen met hun dikke buiken. Ik bedenk ook, jaren geleden nam ik een besluit. Ik was altijd dwars, overal tegen, (stier) zei dikwijls nee. Vanaf toen zou ik altijd, overal JA op zeggen. Dus ook nu, even later zit ik in de sauna. Inderdaad een klein zweethokje. Met m’n nieuwe zwembroek aan, het is hier mét badkleding. Wat is het heerlijk. En ontspannend.

D-day
Vandaag wordt het dan eindelijk echt mooi weer. Om zeven uur rijden we naar de parking du Cret. Het landweggetje verandert snel in een smal pad, beveiligd met kettingen en kabels. Verderop duiken we het bos in, onwetend dat dit een dag zal worden van eindeloos zoeken. Volgens de beschrijving zou de instap ergens moeten zijn waar het beekje dichtbij het pad komt. Er is een bruggetje, versierd met Nepalese gebedsvlaggetjes. Er is alleen bos te zien, verder. De vlaggetjes roepen herinneringen op, Lynn en ik, beiden hebben we er warme gevoelens bij, zoals iedereen die ooit in Nepal is geweest. Het pad blijft maar doorlopen, de helling rond lijkt het. Terug, dit is te ver. De natte plaat die we passeerden tijden geleden, was dat hem dan?

Les Copains d’ Abord
D – 6A – 5C, Altitude 997m. / 2037m.
Dénivelé positif: 1000m. Dénivelé des difficultés: 600m.
Berry klimt gezekerd over de spekgladde rots omhoog tot onder een overhangend stuk. Lynn en ik hebben ons vastgebonden aan een boom. Om de hoek aan het eind is niets te zien, bos. Met moeite komt hij terug. Aan de andere kant verticaal omhoog dan maar proberen. Over ruwe blokken, hij kan een enkele friend kwijt. Wij komen na en staan op een groot rotsblok, schlinges er omheen als relais. Berry klimt verder, een houvast schiet los en hij maakt een akelige voorklimval. Hangt onzichtbaar voor ons, even is het stil, geschrokken, dan vraagt Lynn:
“Berry, gaat het?”
Zo klimmen we nog een touwlengte met nuts en friends. Zijn wij hier bezig een eerstbeklimming te doen, een nieuwe onbeklommen variant op Pointe du Tuet? Schrijven wij geschiedenis?

Berry’s benen zijn behoorlijk bekrast en er zit een flinke snee. De adrenaline verzacht de pijn denk ik. Ook het volgende stuk klimt hij voor. Nu eindelijk uit het bos vol in de zon. Het zal een warme en heel lange dag worden. We zijn er op voorbereid, hebben veel water bij ons. Op de parking dronken we ons al goed vol. Nu nog eens vet insmeren, factor dertig.
“Stand!”
In de haast nu eindelijk echt te beginnen vergeet ik de nuttenfrutter aan Lynn te geven. Ha, dit is het. De plaat met de verticale cannelures, mooi lichtgrijs. Klimmen op wrijving. Soms in zo’n ondiepe geul en als ze er niet zijn vertrouwen op je schoenzolen. Lynn komt na en ze roept om de nuttenfrutter. Het is spaarzaam, sportief behaakt. Ze krijgt het nutje niet los. Pogingen om het lichte dingetje bij haar te krijgen lukken niet direct, dan opeens is het toch los. En zo doen we nog een niet heel lange touwlengte. Op het volgende zelfgemaakte relais aangekomen schreeuwt Berry het uit:
“Ik zie Petzlhaken!”
Dan zitten we toch goed, verzuchten we en klimmen zo snel mogelijk naar hem toe. We genieten, dit is de route, wow! Samoens in het diepe dal, achter de bossen onder ons. Minder fijn, het is al twaalf uur. Dat gaat laat worden. Nou ja, dan hebben we de koplampjes niet voor niets mee genomen.

Passage d’une vire herbeuse.
Juist, bos. Toch weer zoeken in een strook dicht bos naar een volgend stuk van de route. Dat duurt lang, het kost tijd. Volgens de beschrijving zouden we nu drie lengtes krijgen tot de volgende bosstrook. Het is hier toch maar een lengte. En wat voor een, Berry komt een eind, maar klimt zich vast. Hij moppert, roept ‘Blok’, probeert opnieuw, valt. Gelukkig zit ik vast aan een boom. Nog een poging, scheldt onverstaanbaar in het Frans, worstelt zich een haak hoger. Wij staan in de schaduw, hij vecht zich daar in de hete zon weer iets hoger. Vloekt hard en vraagt me nu hem te laten zakken.
Hij verontschuldigt zich voor zijn woordkeus, Lynn deed vlug een schietgebedje, zegt ze. Zij klimt nu, zonder rugzak, heel bedachtzaam en na enige tijd horen we haar Stand! roepen.

Transition sur une grande vire boisée
Weer bos en nu veel. Kleine rode stippen op de bomen lijken de weg te wijzen. Zeer lastig door de dichte begroeiing en sterk hellend. De beschrijving blijkt te kloppen, aan het eind komen we bij een steile grashelling van vijftig meter hoog. Daarboven zien we de brede plaat die doorgaat tot de top. Daar ergens zouden twee Petzlhaken de route moeten markeren. Het zal laat worden, heel laat. Toch moeten we eerst iets eten, energie is gewenst, noodzakelijk. We proberen vrolijk te blijven maar twijfel sluipt binnen, althans bij mij. Ga een plasje plegen, dat valt niet mee met een rokje vol met Black Diamond, DMM, Mammut enzovoorts.
“Kan ik jouw plastuit kopen Lynn?”
Na de worsteling om bovenaan de steile grashelling te komen is zelfs met zeer lang zoeken geen instap te vinden. Op de helling aan de overkant zien we de Refuge de Folly, (hut van de zotheid) op gelijke hoogte. Dan zijn wij toch minstens ook op 1550 meter. We moeten besluiten, het is te laat. Nog te ver. Dat wordt nachtwerk. We dalen af, abseilend dwars door het bos, over stukken rotsplaat en rotswand. Zoeken steeds een stevige boom om het touw omheen te slaan. Vijf zo lang mogelijke abseils met ons zeventig meter dubbeltouw. Lynn en ik gelijktijdig, we zijn even zwaar. Zo rechtdoor mogelijk ook, wonderlijk genoeg blijft de knoop nergens achter haken. Wel krijgt Lynn nog een losgeraakte steen die ons inhaalt op haar voet. De laatste lengte is verticaal, natte rots. Dappere Lynn, stapt over de rand en abseilt de diepte in. Daar, tenslotte, ontwaren we een pad. Een kleine dertien uur bezig geweest, dit heet dus adventure klimmen.

Topfoto
Tja, dus geen een route kunnen uitklimmen. Wanneer het weer niet meewerkt, koeien de weg versperren en de route instap zich verstopt. Toch overheerst blijheid de teleurstelling. Oké, een toploze trip. Mijn eigen lijstje van net niet beklommen toppen is langer dan dat van wel geslaagde. We hebben er echt alles aan gedaan. Het was spannend genoeg en inspannend ook. Later vertelde Lynn, dat ze de laatste abseil gisteren, zij ging als eerste, best een beetje eng vond. Het was niet duidelijk of ze de grond ging halen. Zou het touw wel lang genoeg zijn? Het ging, net. Wij, Rivierenlanders hebben de eer van NKBV Regio Rivierenland hoog gehouden. ‘Een geaccepteerde nederlaag is ook een overwinning.’  En dan nog maar één: ‘Een goede bergbeklimmer is een levende bergbeklimmer.’ Al bijna bij de parking maken we nog een foto met de NKBV topfotovlag. Misschien past dit wel precies bij ons ensemble, Bl’ Héros: ‘sukkels’/ ‘would be heros’.

Shopping
De laatste dag, Berry en Lynn willen toch nog terug naar Chamonix, enkele moeilijke routes doen in de école. Ik ben er wel klaar mee en dwaal op m’n gemak door het stadje. Wat voel ik me gelukkig, niet dat ik me er zorgen over maakte; maar we zijn heel gebleven, op wat schrammen en beurse plekken na. De zon schijnt heerlijk warm, blauwer kan de lucht niet zijn. De Mont Blanc schittert helder wit daar boven. Ik staar er een tijdje naar, ach ik hoef hem niet meer zo nodig te beklimmen. Wij zijn alledrie, elders, buiten Europa, ook al veel hoger geweest. Hier buldert het riviertje de Arve door het centrum, waar de oude gevels zo fraai afsteken tegen de omringende bergen. In zo’n walhalla klimwinkel koop ik een fijne klimbroek. Zal die mij voortaan motiveren in de klimhal!

We eten nog een Italiaans ijsje, scheuren met de Hh naar Geneve. Proppen alles in de tassen en checken toch nog ruim op tijd in. Delen onze laatste flesje Desperado. Lynn neemt ons mee naar de parfumafdeling. Om de kenmerkende klimgeur te verdrijven. Ik zeg geen nee meer, zeg JA en spuit Dolce Gabane in mijn nek. Een KLM sandwich en KLM Heineken later en net nog voor alweer de volgende dag nemen we afscheid van elkaar. Vijf dagen met het Bl’ Héros Ensemble, het was intens. Een mannenhug, een knuffel en een zoen. Ik breek het afscheid snel af, ik word er emotioneel van.
Dire au revoir est triste

zie voor meer foto’s:  https://bit.ly/2JvlmC1

 

 

%d bloggers liken dit: