Arendsoog

Kortelings na het verschijnen van mijn eerste boek: ‘Cowboy in Nepal’, werd ik in mijn woonplaats nageroepen:
‘Hee Cowboy!’,
een lezeres, een van mijn eerste. Deze eretitel zou ik totaal vergeten zijn ware het niet dat ik dit woord onlangs tegenkwam in het nieuwste boek van een door mij gewaardeerde schrijver. En laten we wel wezen, in het Engels spreekt dat woord meer tot de verbeelding dan in de vertaling en letterlijke betekenis. Koejongen, het is nou iets waar ik, bij wijze van spreken, niet op aansla als het ware. Toch rijst ogenblikkelijk de vraag, waarom toch spreekt mij en zoveel anderen, ongeacht de leeftijd dit dan zo aan? Natuurlijk, velen wensen brandweerman te zijn of dromen van een geweldige baan als trambestuurder. (zie aanslaan; nót)

Laten we ervanuit gaan dat cowboys gewoon koejongens waren en de revolverhelden zoals gekend uit de Westerns echt iets anders. Waarom moet hij zich er dan zo nodig mee associëren hoor ik de lezer denken. Hoewel mijn gehoor zich niet kan laten vergelijken met die van indiaan Witte Veder en ik evenmin de scherpe blik heb van Arendsoog, de cowboy in de 64 boeken van Nowee waarvan ik er enkele las in mijn jonge jeugd toen ik nog niet rijp was voor de ruigere ‘koiboy’ boeken van Karl May. Arendsoog was een soort saloncowboy en Witte Veder een mietje. Als ik, greenhorn – met een colt op mijn slaap – moet kiezen dan toch maar het ruigere type als daar zijn bijvoorbeeld een Charles Bronson.
Heel romantisch zit ik in de schaduw van de porch op mijn rocking chair met een scotch of brandy in de hand terwijl ik met Clint Eastwood achtig dichtgeknepen ogen naar de – voor mijn middelgrote provinciewoonplaats, hierna te noemen Rattlesnake Valley, te hoge woonflat te dichtbij staar, terwijl achter mij een Claudia Cardinale de badkuip vult met hot water. Voetstoots neem ik aan dat ook de lezer nu ongewild de soundtrack van Ennio Morricone in de schedel laat rondgalmen. Vergeet ik haast te melden dat mijn Palomino onrustig briest en het Winchester schotgun onder handbereik ligt, altijd klaar voor een doelgericht schot, mocht hij plots opduiken, coyote Vladimir.

Op de flaptekst van C in Nepal valt te lezen dat Cowboy synoniem staat voor vrijheid. Alhoewel het met die vrijheid, ook al hoeft er niet meer gewerkt te worden, nogal meevalt, is er nog steeds die drang naar ongebondenheid en misschien een lichte, noem het jongensachtige tegendraadsheid of ook wel zin in het avontuur. Ik roep in herinnering de film Midnight Cowboy. De vergelijking met deze gemankeerde cowboy en zijn drijfveren gaat enigszins mank maar de trek van het platteland naar de grote stad is wel vergelijkbaar.

Een redelijke lange omweg cq inleiding om de lezer en lezeres – het blijft nog even onder ons – op de hoogte te brengen van het feit dat een boek op handen is. Het vervolg op, jawel Cowboy in Nepal (deel 1)  waarvan ik de titel nog even onder de Stetson hou. Aan de lezer dan het oordeel na lezing van deze avonturen of er inderdaad, nog steeds een cowboy schuilt, diep in het verborgene van schrijver dezes.

Eén gedachte over “Arendsoog”

  1. Foei, G! Ennio Morricone uiteraard… (de film was van Sergio Leone). wat een schadelijke contaminatie. 😦

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s