
Vermoeiend allemaal maar er zit niets anders op dan maar weer mee te gaan, om ‘home alone’ scenes te vermijden. Zul je net zien, zou ik voor de eerste keer zo’n zwemparadijs van binnen zien, mag ik er niet in, iets met die vlekken op mijn vel en met mijn oren. Het is de bedoeling dat we een paar dagen ergens anders gaan wonen, geen idee waarom maar papa en mama (nooit ‘mijn ouwe lui’ zeggen als je nog geen 1 bent) hebben er veel zin in geloof ik. Eerst zouden we naar de sneeuw gaan maar met die mondkapjes ging dat niet. Mijn ouders zijn gek op sneeuw, wat ze daar toch in zien, ik begrijp het niet.
Nu dus naar een huisjesParc, raar, eerst zien en dan geloven. En let maar op, het zit er dik in, gegarandeerd dat we ergens pannenkoeken gaan eten en dan niet in een echt gewoon huis maar iets met een speeltuin en kabouters en ook met treintjes enzo. En Juul en ik maar doen of we het allemaal heel gewoon vinden en lekker en dankbaar. ‘Dankbaar moet je zijn, nederig en klein’, hoorde ik laatst mijn opa zingen – als je dat zingen kan noemen – een héél oud liedje van Robert Lang of zoiets.
En oja, opa en oma moeten natuurlijk ook weer mee, ’t zal eens niet. Zij is gewoon heel lief hoor, altijd, maar hem, kweenie, hij is niet onaardig, echt niet, maar ik kan hem niet peilen, speelt hij nou een rol of is hij echt zo, ieder geval, beetje gek istie wel. Soms zit ik hem minuten lang aan te staren en dan zie ik hem denken; ‘Wat gaat er in dat hoofdje om’. (’t mijne hihi) Gelukkig is er in dat huisjesParc geen klimmuur anders moeten wij er weer aan geloven, worden we naar boven gepraat.
En dan nog dit, laatst werd ik opeens ergens binnen gereden in een huis, heel groot met allemaal nóg ouwere opa’s en oma’s. Er was iets met mijn oma, ze kreeg heel veel grote bloemen en kadootjes en mooie kaarten en iedereen wou met haar praten en dag zeggen en mama moest bijna een beetje huilen en tante Corrie ook een klein beetje en opa ook haast bijna. Al die ouwe oma’s zaten om mij te lachen terwijl ik daar onder de tafels door kroop.
Nu moet je weten dat ik een beetje mijn eigen stijl heb, het zou me niets verbazen wanneer ik de kruipfase gewoon oversla, ik loop nu al een beetje. Kruipen vind ik niks, heb ik niks mee, Omrollen en tijgeren, mijn moeder zegt dan: ‘Ik ga stuk’. En ik ontwikkel een aardige snelheid al zeg ik het zelf, een soort schoolslag, zijdelings, op het droge. (Zwembad is voor mij no- go area, iets met mijn oren, weetjewel)
Juul was ook mee, zat daar maar aan die tafel een beetje te puzzelen en mooi te wezen, alsof ze heel braaf is. Ik zal eerlijk gezegd blij zijn als ze straks eens een dagje naar die baazesschool is waar ze het de hele godsganse dag over heeft. Kan ik mijn speelgoed tenminste even iets langer dan drie en halve seconde vast houden. Nou ja ik hoop nu maar de glijbaan daar bij dat huisjesParc niet al te hoog is. En dat er niet van die deuntjes en gekmakende melodietjes zijn die tussen je oren in gaan zitten. Aan de andere kant, als dat alles is.
Aan mijn leeftijd kleven ook voordelen, je hoeft je over de meeste dingen geen zorgen te maken, er is een hoop waar ik geen verstand van heb, en moeilijke woorden en enge dingen zoals Corona en Covid en nu weer Oekraïne. Hopelijk hebben ze daar bij die huisjes wel schommels, hou ik van, gewoon domweg een beetje schommelen en wegdromen.
Dit verhaaltje ga ik zéker niet aan Juul laten lezen, ik weet nu al wat ze dan zou zeggen, haar nieuwste spreuk: ‘Wat vind je er zelf van?’