
Wat zou het leven zijn zonder muziek en liefde.
‘On a dark desert highway, cool wind in my hair’
De klankkasten van de gitaren spatten vonken in het flakkerlicht uit de BBQ. Aan de overkant van de oude picknicktafel buigen Barry en Nina zich over hun g, c en d akkoorden, aan deze kant wordt driftig digitaal gebladerd op zoek naar bijbehorende songtekst. De windstille nacht in de beschutte tuin, de intimiteit van samen zingen en muziek maken, het is een warme omhelzing van geluk. Alle low-budget hutten en waarschijnlijk ook die van boven ons budget waren ‘volzet’;
“Het is het WK wielrennen deez weekend, meneer, het is overal volzet, meneer”.
Dus zingen wij, het kwartet Leiadk klimmers, ‘Hotel California’ in de ‘such a lovely place’ van Lynn voordat wij te slapen worden gelegd in diverse prinsessenbedjes, maar niet voordat ‘House of the rising sun’, John Denver’s ‘Annies song’ en nog meer dichtregels en klanken wegdrijven in de droomloze nacht. Ook ik wil zo graag een bijdrage leveren, wil de vrienden zo graag kennis laten maken met mijn goede vriend Tom Waits; ‘Wasted and wounded, it ain’t what the moon did’uit Tom Trauberts blues. Tegen beter weten in beroer ik de snaren van een gitaar maar ik weet het al, die enkele akkoorden die ik beheerste zijn weggegleden uit mijn vingers. En alleen als ik heel hard zing flapperen mijn stembanden nog enigszins in hoogte heen en weer. Om aan te sluiten bij het culturele gebeuren wil ik graag, maar durf toch niet mijn gedicht ‘Zeemuziek’ voor te dragen.
Wat zou het leven zijn zonder zon en vrienden.
Of klimmen zonder zwaartekracht. Of vrienden aan wie je je leven toevertrouwd of aan een touw van negen millimeter of aan een haak die een onbekende ooit bevestigde. Ter hoogte van Hazeldonk klinkt een juichkreet van Nina,
‘We zijn in het buitenland”,
bij de eerste heuvel weer een en wanneer de rotsen van Beez opdoemen een gelukzalige zucht. Wat heeft ze er naar uitgezien, zo lang niet geklommen, of weggeweest, de vrijheid geproefd. Die rotsen van Beez, altijd de blik opzij wanneer je over de N411 en het ‘Viaduc de Beez’ rijdt. Ze staan er nog, nu hoog oprijzend wanneer we er heen lopen, achter de spoorlijn, onaangedaan. De sporen die mijn teergestel er achter liet onvindbaar.
Op een van de mooiste zomerste dagen van twintigeenentwintig, de warmgestoofde kalk, de muziek van rinkelende karabiners, ‘Blok!’ en de zwiep van vallend touw. We zijn er, wat een feest, met dit clubje zo vertrouwd, het puzzelen, welk massief, welke route. Niet alles lukt, maar ach. Nina krijgt bijscholing van Lynn, boven op de zonnige standplaats. Barry en ik in een route ernaast. Bladerend in de topo herken ik veel namen, gefocussed als ik altijd daarop ben. Zoveel hier geklommen of net niet.
“Het niveau kan me niet schelen, als de route maar een mooie naam heeft,
indachtig eerdere legendarisch geworden beklimmingen. Dit klinkt goed: Masculino ma non fanatico, hm 6a, toch maar niet. Crocodile Dundee en Ballade Nocturne (wel ooit gedaan) ook leuk, maar ik neem genoegen met, liever gezegd, ik dwing mezelf er een voor te klimmen: Moi, je fais de la montagne. Tja, spreekt me wel aan, net terug uit Obwalden Zwitserland, en ik doe het tot mijn verrassing geheel stressloos, net als het ombouwen. Ook L’Hortisculpteur, met stukje licht overhangend gaat vloeiend, kennelijk betaalt de Boni Stock Klettergarten ervaring zich nu uit. Onder me hoor ik gemompel over mijn genderneutrale uitrusting -de ‘metroman’- ik als machoman kan me alles veroorloven. Ik ben nu eenmaal een gevoelig tiepje
Dan hebben we dorst, met de bestofte gear in de rugzakjes, een zanderig touw in de nek en de shirts plakkend van het zweet gaat de bende van de zwarte hand op zoek naar een kroeg. Ik weet er een vlakbij, afgekeurd, te vol in de zon en vlak aan de weg. (ik gaf er ooit een rondje en deed toen in recordsnelheid de rit naar Zeeland voor de lieve vrede en het eten op de verjaardag van mijn schoonvader) Verder dus, de Maas over en terug richting Namen. Daar flitst iets voorbij dat nader onderzocht moet worden. Iets fouts, het glittert en blinkt, de roze stoeltjes zijn niet bezet. Bar a la champagne, ‘La Libertine’. Nu ben ik altijd op zoek naar liberté, naar vrijheid, ik wil alles meemaken in het leven, maar gelukkig is de deur hier gesloten.
“Anders mag ik nooit meer mee van Eega….”
Verderop, na nog zo’n ‘House of the rising sun’ tent, ‘La Desire’, schenken ze in de afgezakte Japanse tuin, onder de ginkgo boom, van ‘Jardin du Thé’ gelukkig niet alleen thee.
Wat zou het leven zijn zonder muziek en vrienden.
‘No Time To Die’. Wat was mijn weekend volzet. Het weekend van het WK wielrennen, van het einde van de anderhalve meter, van de première van de nieuwe James Bondfilm. De zondag na ‘Leiadk’ dompel ik me onder in een geheel andere wereld. Uitgenodigd door Harry en Angela voor ‘Pranzo di Pavarotti’ op kasteel Krabbehoff melden Eega en ik ons in tenue de ville voor een lunch die, in Italiaanse stijl, buiten, de gehele middag gaat duren en volledig in het teken staat van opera. Mylou Mazali, mezzo sopraan en twee tenoren, Eric Janse en Pascal Pittie zingen dertien opera hits, waarvan de helft mij bekend in de oren klinkt. Nu enkele malen zelfs van dichterbij dan anderhalve meter en dat passievol en op volle kracht. Liederen uit ‘La Boheme, La Traviata en La Donne e Mobile’. Mylou, een goede bekende van Harry, vertelt hele verhalen over opera en speciaal over Luciano Pavarotti en ze komt meermaals aan onze tafel.
Deze ambiance, het gezelschap aan de witte tafels in de tuin, nu weer samen met Eega, het gezelschap en ook van mijn ‘oudste’ vriend en Angela, de muziek, de wijnen, de herinnering aan gisteren, het leven dat razendsnel voorbij rolt en dat toch een keer zal stoppen, het knap opgebouwde repertoire dat naar een climax leidt, zelfs de meezinger ‘O Sole Mio’ die voorbijkomt, dat alles doet mij al eens besmuikt mijn neus snuiten. Maar, na het daverend slotapplaus klinkt opeens Pavarotti zelf, met het lied ‘Caruso’ dat op mijn verzoek klonk tijdens de begrafenis van mijn moeder, toen we de kist de kerk uitdroegen, gaan bij mij de sluizen open, niet te stoppen.
Ach, wat zou het leven zijn zonder muziek en emoties.
Ha Gerard,
Erg mooi!
Met vriendelijke groeten,
Henk Ketelaars
Verstuurd vanaf mijn iPhone
>