de ontdekking van zijn hemel

Vandaag zullen we op deze pagina’s behandelen de grote schrijver de heer Harry Mulisch, die deze week herdacht wordt, tien jaar na zijn dood. En dan met name de vraag hoelang hij nog bij ons zal zijn, hoelang blijven zijn boeken gelezen, verkrijgbaar in de bieb, op de leeslijst staan van examenkandidaten en belangrijker nog, wanneer ontmoette hij Gerard M. den Toonder.

En, het mag geen toeval heten, hoe vaak kruisten hun wegen. Het zal begonnen zijn in de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen hij het parmantige Hotel American frequenteerde, soms in het gezelschap van zijn wijze moeder, op een van hun rondwandelingen door Amsterdam dat toen ook al gezellig druk was, maar met meer krakers en hippies en de provincie ontvluchte boeren dan de hedendaagse Japanners en vrijgezellenfeestgangers. Het werd al eens eerder hier gememoreerd, het gezellige getik met gebaksvorkjes en theelepeltjes werd regelmatig overstemd door de omroep met de mededeling  ‘Telefoon voor de heer Mulisch’. En dat zijn moeder en hij Harry, hij mocht Har zeggen, maar hield het altijd keurig bij Harry, zagen oprijzen en met rechte rug richting telefoon de zaal zagen doorkruisen.

Bijna wekelijks ook bezocht Mulisch de statige winkel in de Kalverstraat, het enorme pand dat doorliep tot aan het Rokin en het was daar dat voor het eerst contact gelegd werd. Het moet gezegd, vergeleken bij Harry’s ijdelheid verbleekte de zijne, immer keurig gekleed in fraaie tweed sportcolberts, voorzien van de nodige pochetten, dasspelden, horlogekettingen en dikwijls gedragen op, heel gewaagd in die tijd, pantalons, in fijne ribfluweel of honderd procent kamgaren in felle tinten. Bijna geheel handgemaakte Engelse schoenen vervolmaakten zijn outfit. Waarover zij spraken valt terug te lezen in zijn veelomvattend oeuvre en dan met name in de boeken van na 1975.

En dan bij uitstek om de dusver geheim gebleven gesprekken in het Victoriaanse hotel Métropole aan het Place de Brouckére te Brussel. In een stijl die een eclectische mengeling is van neo-classicisme, neo-romaans, Franse en Italiaanse  renaissance en empire. In de loop der jaren ontving Métropole voorname gasten als Albert Einstein, Marie Curie, de Amerikaanse staatshoofden Hoover en Eisenhower, kanselier Adenauer, generaal De Gaulle en een onmogelijk op te noemen aantal beroemde acteurs en zangers en zangeressen, zoals onder andere Jacques Brel en dus de Grote schrijvers als Harry Mulisch. Het is niet te zeggen hoeveel uren en dagen en nachten hij, al of niet in gezelschap van Mulisch doorbracht binnen deze uitermate luxueuze muren. Het doet hem dan ook pijn te vermelden dat deze horecagelegenheid, wegens financiële Corona gerelateerde problemen zijn deuren onlangs definitief heeft moeten sluiten.

Lange tijd publiceerde hij niets, treurde hij om het verlies van Harry, was het de teloorgang van het fantastische etablissement daar in het verre Brussel, nu nog verder, onbereikbaar haast door de gesloten grenzen in Coronatijd. En alweer een herinnering aan dat wat ooit was, verdwenen. Was het omdat hij in een andere fase belandde, kwam er even niets uit zijn handen, zowel op papier, digitaal of op het doek? Werkte hij in het geheim aan weer een of ander duister manuscript of was het dat hij zich opnieuw op de poëzie stortte? Niet alles zal bekend worden, vele dingen blijven in het verborgene en vele vragen zullen onbeantwoord blijven. Evenals de mysterieuze dichtregels die hem werden toegeworpen en nog meer stof doen opdwarrelen;
‘ben ik niet die ik was
of was ik niet die ben?’

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s