‘Waisted and wounded, it ain’t what the moon did
Got what I paid for now’
Kent u dat, soms zomaar uitbarsten in gezang, een of twee zinnetjes, onverstaanbaar, fonetisch gezongen omdat je de tekst niet echt kent. Of zoals Tom Waitz met zijn doorrookte drankstem. Gewoon op een doordeweekse dinsdag, je bent aan het stofzuigen, het mot toch een kéér gedaan niewaar, of bij het wachten tot die pc eindelijk is opgestart en je je hebt voorgenomen je absoluut niet druk te maken. Of bij het zinloos wachten binnen in de veilige omgeving van je zwarte auto bij een stoplicht (nooit verkeerslicht zeggen) dat kennelijk kapot is en nooit meer op groen lijkt te kunnen springen.
Tot hier was ik met dit verhaaltje terwijl in een donkere nacht op het eiland de regen neergutste op het metalen dak van mijn trailer en de wind hem heen en weer schudde en aan de takken van de bomen erboven rukte toen de telefoon oplichtte en ik een appje van mijn broer las:
‘Tante is zojuist overleden’.
Ik was van plan een ingewikkelde column te schrijven over het verschil tussen de versie van Tom Waitz, waar ‘Waltzing Mathilda’ overigens eigenlijk ‘Tom Trauberts blues’ heet en de echte ‘Waltzing Mathilda’, dat een Australische folksong is, met een hoop billabong, jumbuck , swagman en meer van dit soort down under slang.
Een paar dagen geleden was ik nog even bij haar, mijn oude tantetje, een stervend klein breekbaar mensje, negentig jaar oud en vanachter een verdomd –verplicht- mondkapje wisten we niet heel veel te zeggen. Geen kinderen, alle broers en zussen al dood, lag ze daar, eenzaam in dat hoog-laagbed in het tehuis. Een vruchteloze poging haar wat comfortabeler te laten liggen, de eerste doorligplekken verschenen al, voorzichtig gesjor aan dekbed, kussens en haar broze lijfje.
Een laatste groet, een streel over haar intens magere arm en hand, een blik van haar, ‘het is goed zo’ en een mislukte zwaai. Toen ik in een mist van tranen door de lange gangen naar de uitgang vluchtte schreeuwde het in mij, waarom moet dit, zo lijden, wat kan het leven wreed zijn, hoe lang moet dit nog duren, waarom moet een mens zo uitgemergeld dood gaan, kan ze niet gewoon een spuit krijgen, het is toch genoeg geweest.
‘Now I lost my Saint Christofer now that I ‘ve kissed her
And the one-armed bandid knows’
Toen het licht werd kletterde de regen nog steeds op het dak en ik dacht aan mijn dode tante en aan mijn broer die alles moest gaan regelen vandaag en aan mijn moeder die twee jaar geleden stierf en dat ik dat toen ook hoorde van mijn broer en dat ik toen ook hier was op het eiland in de trailer en dat het toen droog was en warm. Over een maand zou ze eenennegentig geworden zijn en ik hoop dat ze in dat lange leven gelukkig is geweest en het gemis en het verdriet wordt nog versterkt door de vreemde tekst die ik beluister en niet te begrijpen is maar dat hoeft ook niet en het is ook niet de bedoeling maar het gevoel is zo precies wat ik voel.
‘I ‘m an innocent victim of a blinded alley
And tired of all these soldiers here
No one speaks English and everything’s broken
And my Stacys are soking wet
To go waltzing Mathilda, waltzing Mathilda
You ‘ll go a-waltzing Mathilda with me’
Gerard, ik heb met verbazing en grote bewondering je gedichten, schilderijen, foto’s en proza gelezen. Wat heb je je gevoelens bij het overlijden van onze tante mooi verwoord. Ik ben er trots op dat je mijn neef bent. Groeten, Gerda