Roomtrip
In het spoor van écht Grote schrijvers, zoals Connie Palmen, Bert Wagendorp en anderen die weer in navolging van de onvolprezen J.M.A. Biesheuvel, nu in de huidige situatie ook door hun kamer ‘reisden’ en de lezer daarin meenamen meen ik in al mijn domheid m’n fans te kunnen verblijden met wetenswaardigheden omtrent mijn woon- of verblijfplaats. Welnu, dames, heren ook, het is er niet donker, het tocht en lekt er niet. Het is er ook niet koud en ikzelf heb ook geen honger. Ik ben namelijk geen echte kunstenaar en geen Groot schrijver en heel arm ben ik ook al niet.

Met welke kamer zal ik eens beginnen, toen ik nog wel arm was dan maar. In de toenmalige rosse buurt van Utrecht, en ook echt driehoog achter. Op een stoel staand kon ik door het dakraam de haveloze achterkanten zien van de rotte balkonnetjes van de woonkazernes. Wanneer ik ’s avonds nog een kroket en een blik Skol (bier) ging scoren moest ik mij een weg banen door publiek van bepaald allooi. Ik legde geld op de toonbank, bestelde een kroket, de frietboer draaide zich om, legde het bestelde in het vet en ik pakte het geld weer van de toonbank, ik was toen arm.
Voordat de frietboer dit ging opvallen verhuisde ik naar elders in de stad, een aanmerkelijke verbetering. Wel weer driehoog, maar nu voor. De verhuurster woonde beneden en bezat drieëntwintig klokken, die net niet allemaal tegelijk het hele en het halve uur lieten horen. Het grotestadsleven beviel mij prima, anoniem, opgaan in de massa, de student, de artiest, leven van statiegeld en geleend brood, fietsen op een ‘gevonden’ fiets. De eerste voorzichtige schreden op weg naar miskenning, zowel in de liefde als in de kunst.

In Amsterdam woonde ik altijd begane grond, een grote stap voorwaarts. Niet wat betreft het aantal vierkante meters. Eerst piepklein maar wel op stand, in het sjieke Oud-zuid, met zelfs een zonnig tuintje. Bij een stokoude Joodse vrouw, ooit rijk geweest maar lief. Commercieel gezien ging het mij daar niet voor de wind, evenmin als in de liefde. Artistiek daarentegen gezwind.
’s Nachts fietste ik zwalkend op een oude fiets zonder licht van kroeg naar huis. Eindelijk in de hippe stad van mijn jongensdromen. Muziek in het Vondelpark, Nieuwmarktrellen. Alweer een verhuizing volgde, een teruggang qua niveau, de Pijp was toen niet wat het nu is. Achter de ‘Malle Pietjewinkel’ was mijn hele halve woning, ijskoud, dat wel. Alweer met tuin, gevuld met twee meter hoge brandnetels waartussen beschimmelde schoenen en wasgoed van de bovenburen dat naar beneden was gevallen. Uitzicht op het water, geen gracht maar wel een kade. En met de liefde ging het geweldig. Samen op de fiets zonder licht door de stad naar Bimhuis, Cinemá of bistro.

Toch weer driehoog nu, in de middelgrote provinciestad. Voor die liefde, met pijn Amsterdam de rug toegekeerd. Het appartement, weer een stapje groter, volgestouwd met groene planten, zeventig, het balkon meegerekend. De grote (her)ontdekking van natuur en polder, op de fiets. Al snel kende ik elk paadje op het eiland. Gevolgd door een romantisch oud huisje onderaan de dijk. Achterdeur voorzichtig sluiten zodat de achtergevel niet omviel. Bessenstruiken, aardappelveld en kippen in het tuintje. Alle verbouwingsklussen klaar, verhuizen maar weer. Romantisch oud huis bovenaan de dijk. De tuin was enorm evenals de verbouwingsklussen. Honderddertig bomen en struiken aangeplant, om mee te beginnen. Meer kippen nu, paarden in de wei en schapen. Pruimen, peren, appels, bramen, alles. Groente ook. Gras, hectares heb ik gemaaid, vier benzinegrasmaaiers versleten.

Nu dan, eindelijk, nog steeds in diezelfde middelgrote stad op dat eiland, een braaf huis, maar een goed huis, geen tocht en geen vocht, de woonkamer haast zo groot als alle voorgaande woonkamers samen. En boven – voor- dan tenslotte een eigen kamer. Waar schoksgewijs, in perioden van een kwartaal of een halfjaar met grote snelheid schilderijen worden geproduceerd.
Vaste lezers weten; altijd haast. Maar nog veel gekker, op de parterre – nog een werkkamer. Ven Eega mag ik het geen kantoor noemen, schrijfkamer dan? Waar soms worstelend, soms in een flow een column of verhaaltje op het toetsenbord gehamerd wordt. Hmmm, dit nu teruglezend nog niet echt een reis door mijn kamer. Verder maar, denken, straks op de fiets, die nieuwe, nu.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s