Journal d ‘Antoine – Wagen 3.27, Zavata (1)
-Hooggeëerd publiek, U zult versteld staan!-
Di. 26-4 Vandaag m’n wekelijkse vrije ochtend. Het dringt nog niet helemaal door, net als het eerste ochtendlicht dat door het gehavende luxaflexje poogt de caravane binnen te dringen, in welke stad word ik nu weer wakken. Rheims, Orléans of zijn we al in Dijon. Maakt niets uit, eigenlijk. In welke stad we ook zijn, op een gegeven moment sla ik het niet meer op. Al die zones industrielles, afgetrapte weilanden, rafelranden we tegenwoordig worden heen gedirigeerd. Ze lijken allemaal op elkaar. Vroeger, mocht je midden in de stad staan, op de Grand Place, het centrale plein, langs een mooie rivieroever, toen werd je binnen gehaald.
Wo. 27-4 Lekker getraind gisteren. M’n grande truc toch weer verder geperfectioneerd. Ik ben natuurlijk slechts een soort tussen nummer maar ik wil het wel parfait hebben. Beetje jammer dat de hoefslag nog niet schoongemaakt was. Ben niet verzot op kamelenpoep. Ach, ik ken m’n plaats, de Equilibrist, de evenwichtskunstenaar, die zoekt het maar uit. We zullen zien, met het nieuwe programma, straks in de matinee, dan kom ik na de Arabieren. Dan ligt er minder mest.
Do. 28-4 Toch Orléans, mooi stadje. Ik stond op de lijst om mee te gaan met de plakploeg voor de litho’s. En we staan nu eens een keer in een parc. Aan de Loire, tegenover de oude stad.
Vr. 29-4 Volle bak vandaag. Uitverkocht, bijna. Mag ook wel weer eens. De nieuwe acts van cirque Zavatta waren een groot succes. Die van mij aussi…
‘Nadat de staljongens in hun bruingouden overalls in razende vaart de kamelenpoep hadden weggeschept betrad de spreekstalmeester de piste. In onnavolgbaar internationaal taalgebruik kondigde hij aan. In lange zinnen die crescendo elkaar opvolgen en met stijgende stemhoogte eindigde hij met:
“….U zult versteld staan, le plus plus grande spectacle du monde…… Toni Boltini.”
En Boltini oneindig lang aangehouden.
‘De onzichtbare band speelt met schetterende trompetten een versnelde versie van de begintune uit de film ‘Once upon a time in the west’. Toni stuitert de piste in, een glimp van een gouden bodysuit, het licht dooft, gevangen in een volgspot klimt de acrobat alsof zwaartekracht op hem geen vat heeft langs een corde omhoog. Uit de nok daalt een klein, rood en rond plateautje neer, behendig zwiept hij daarop over, met swingende heupbewegingen ontdoet hij zich van de zwarte cape die als een vleermuis de diepte infladdert. Met een hand houdt zich even staande aan de kabel, op het heen en weer zwaaiende plateautje. Zijn gezicht gaat half schuil achter een Zorro masker. Schijnbaar ontspannen staat hij, het publiek een brede glimlach tonend, tot de spot langzaam kleiner wordt en verschuift naar een klein vlammetje voor hem op de rand van de cercle. De muziek zwijgt, de spreekstalmeester verzoekt het publiek stil te zijn voor de nu volgende levensgevaarlijke, nog nooit vertoonde grande truc. Het ongelooflijke voltrekt zich, de gouden gedaante in zijn te nauw aansluitende gouden onesie rekt en trekt zich in een onmogelijke houding, staande op slechts zijn handen op het onzeker wiebelig plateautje, met aanzwellend tromgeroffel, hoog boven in de nok van de duistere spelonk die de circustent nu is, om met uiterste krachtsinspanning met zijn mond de brandende kaars te omvatten en hem uitgedoofd, met weer die ontspannen, vonkenspattende grijns te tonen, terwijl de muziek uitbarst in jubelend razendsnelle jazzmuziek. Als een baksteen laat Toni zich langs het corde naar beneden vallen om een ereronde door de piste te rennen, luchtig, zwevend haast, met een arm in die kenmerkende gebogen circushouding, het oorverdovend applaus van het publiek ontvangend om te verdwijnen door het roodgouden fluwelen gordijn dat de spreekstalmeester voor hem openhoudt en duidelijk opgelucht, hem, geheel tegen de ongeschreven circusregels in, een high-five geeft’.
In de opstelruimte achter het gordijn stond de volgende act te wachten, luchtacrobaten ‘Showbirds’. Ving ik daar een glimlach op van Kriztina Ziarno en was dat tevens een zwaarbewimperde knipoog en zat daar een verleidelijke lonk in die blik?