Ari, de wereld is rond

Aangespoord door de onvergetelijke dichtregel van de onlangs heengegane Deelder J.A.:
“Hoort, men werpt een atoombom”,
welke zin, niettegenstaande gruwelijkheids dezes, krult onhoudbaar een niet wijkende glimlach om mijn lippen en nestel ik mij gerieflijk naast de smaakvolgehangen kerstboom, derhalve ik voel, het kan weleens gaan vloeien. ‘Astanblaft’, om met dhr. Deelder te spreken. Die zin staat, blijft staan en wordt veelvuldig aangehaald, thans na zijn verscheiden en dus vierenzestig jaar nadat hij deze klinkende vijf woorden opschreef, te weten op de respectabele leeftijd van elf (11) jaar.

Vooropgesteld, ik behoor niet tot de lieden die zich onmiddellijk, nadat een publieke figuur is doodgevallen, op de borst trommelend naar voren werpen en luidkeels verkondigen dat zij tot de intiemste vrienden van desbetreffende behoorden. Verre van, echter Jules, ik mag Jules zeggen, mocht op een zekere sympathie mijnerzijds rekenen, temeer ook daar ik een verwantschap met hem voelde. Niet alleen voor de rauwe dichtkunst maar ook voor zijn stijlgevoel en de liefde voor de schoen. * In een, toegegeven, mindere periode in mijn leven, er moest nu eenmaal de kost verdiend, rokende schoorstenen en open mondjes van studerend kroost etcetera, toen ik ietwat werkte en dergelijke, trof ik hem wel aan, goedkeurend mompelend, denk ik, naar het door mij zojuist, vers geëtaleerde schoeisel van 85% handmade hoogstaande en premium kwaliteit.

Tevens was ik levend aanwezig bij diverse optredens van J. in den lande. De eerlijkheid schijnt dan in zulke voorkomende gevallen te gebieden, eerlijk te zijn, eenmaal was het gebodene niet te pruimen, dit waarschijnlijk mede te danken aan het gezelschap waarmee hij destijds optrad. Brood en Chabot. Stoned of dronken of allebei, het was abominabel slecht, akkoord, Chabot trachtte de boel nog enigszins te redden. Graag wil ik op deze plaats nog een lans breken voor Dhr. J.A. Deelder. Hij exposeerde eens in de Kunsthal met onnavolgbaar knappe objecten, expositie getiteld: ’Beelder’. Helaas is dat, ook in het grote terugblikken volledig onbelicht gebleven, mijn enthousiasme echter was groots, voor deze beeldige juweeltjes, stuk voor stuk luisterend naar typisch Deelderiaanse namen, zoals ‘Spuit 11’, ‘Locomotrutfantje’ of ‘Deelderaaf’.

Daarbij gevoegd dat hij een meester was in verwarring scheppen, gevoel voor rare taal, plat Rotterdams en of archaïsch taalgebruik, een geheel eigen jargon, paginalang doorgaande zinnen, liefde voor jazz, de kleur die volgens de kleurenleer van prof dr. Iitten feitelijk geen kleur is: zwart, het nachtleven, het veelvuldig de oorlog en den Duitschen medemens er bij halen, nodig of onnodig, de zelfkant van het leven – zijn voorliefde voor Sparta, alsmede zijn overdadig gebruik van bepaalde roesopwekkende stoffen daargelaten – (hoewel ook schrijver dezes graag in een roes verkeert), dit alles en het onweerlegbare feit dat op de dag van zijn verscheiden, ondergetekende  zijn nieuwste boek ‘Hardgin’ zich toe-eigende in de dichtstbijzijnde bibliotheek. Is dat toeval, dat laatste, neen dat kan geen toeval zijn.

Mijn beeldschone dochters heten geen Ari. Maar mijn kleindochter, nu al beeldschoon te noemen heet wel Juul.

*Zie mijn verhaal ‘verliefd’, in swelks het handelt hoe een mens – een man zelfs in dit geval – verliefd kan zijn op zijn nieuwe schoen(en)

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s