Kwam je vroeger (dat woord, ‘vroeger’, liever niet teveel gebruiken, wanneer je een zekere leeftijd hebt bereikt, in dit geval kan het niet anders) in een berghut aan, dan vroeg je de huttenwaard naar het weer van de volgende dag. Zo’n waard kent zijn gebied, ziet bepaalde weer – en wolkenpatronen en heeft wellicht informatiemogelijkheden vanuit het dal. Nu kijk je op je telefoon, er zijn voldoende momenten tijdens de tocht dat er bereik is en informatie voorhanden en stel je andere vragen. Hoe is de route die je wilt doen de volgende dag. Is de helling instabiel geworden, de gletsjer verdwenen, is er steenslaggevaar of is de route zelfs gesloten? De verdwijnende permafrost maakt bergsport er niet veiliger op.
In rifugio Tony Demetz, op de Langkofelscharte waar wij vrijwel rechtstreeks vanuit de gondel binnenstapten vanuit de gondel, vertelde de vriendelijke waard dat onze beoogde hut, Rifugio Vicenza goed bereikbaar zou zijn. We wisten dat we vierhonderd meter moesten afdalen, deden deze route al eens eerder, niet echter in veertig centimeter sneeuw. Het eerste stuk was gemarkeerd met hoge staken en lager zou het zich vanzelf wel wijzen. Dat klopte. Het was goed te doen en lager was er een vaag zichtbaar spoor te volgen. Toch was men in de Vizencahut blij verrast dat wij er waren, niet verwacht dat er met dit weer, een vette sneeuwbui, nog gasten kwamen. Sympathieke waard, type ruwe bolster, staartje, Frank Zappa sikje, drie vingers te weinig, schonk meteen drie Grappa’s in, dronk zelf een heel klein biertje mee.
De volgende dag stond de Oskar Schustersteig op het programma. Zevenhonderd meter stijgen, tot de top van de Sasso Platto 2964m., waarvan vierhonderd beveiligd met de kabel. De overige driehonderd vrij klimmen, ik herinnerde me dat van de vorige keer, al was dat inmiddels negentien jaar geleden, als heerlijk vrij klauteren. De zon scheen en voor mijn gevoel zweefde ik omhoog, het risico om te vallen was klein in mijn optiek. Behoorlijk verticaal maar steeds met kleine plateautjes van waaruit het volgende klauterstukje startte. Maar, nu lag er sneeuw, wat dacht onze waard ervan? We konden ook een lager gelegen route nemen, de Friedrich Augustweg, om het massief heen. We hadden best een lange dag voor de boeg, de volgende hut was Rifugio Antermoia.
Niet te vroeg vertrekken, oordeelde de waard. Uitslapen en dan om negen uur zou de zon in de wand schijnen, het werd mooi weer, en dan zou de sneeuw snel verdwenen zijn. Dat uitslapen, daar zijn wij niet zo van, liever vroeg vertrekken en dan op tijd arriveren op de volgende bestemming. We zaten al lang in de kille eetzaal en moesten lang wachten tot het ontbijtluik werd geopend. Eenmaal op pad scheen er inderdaad een mager zonnetje. De route was vrijwel onvindbaar en kaartlezend en puur op gevoel vonden we de instap. Klauterend in de sneeuw tot we de kabel tegenkwamen, 150 meter hoger. Al snel was duidelijk dat de laagstaande septemberzon niet meer in de kloof kon schijnen. Zelfs al had het wel gekund, zo’n pak sneeuw smelt niet zomaar even weg.
Op dat moment zaten we er al te ver in. We hadden ons laten leiden door de Raad van de Waard. De zon, voor zover die al scheen, was te laag en te zwak. Er lag teveel sneeuw en het ongezekerde stuk was te gevaarlijk. Hoe hoger we kwamen, hoe meer sneeuw er lag. We hadden verstandig moeten zijn en om moeten keren op het punt dat omhoog lopen klauteren, klimmen werd. Nu was omkeren, ongezekerd afklimmen in de sneeuw niet meer mogelijk. Het bovenste stuk, pakweg honderdvijftig meter zonder kabel was echt lastig, enkele keren haast onmogelijk om hoger te komen. In de smalle en steile kloof was de sneeuw soms heupdiep. In de dunne poeder zoeken naar iets van houvast.
We hadden beter moeten weten. De Bolver Luigi Klettersteig in de Pala Dolomieten van enkele jaren geleden begon met een dun laagje sneeuw. Hoger werd het meer sneeuw en later zelfs verijsd. Gelukkig liep de kabel daar tot de top, als dat niet het geval was geweest, zou uitklimmen onmogelijk geworden zijn.
De moraal van dit verhaal; laat je niet misleiden door een wijze waard, die de situatie kennelijk toch niet echt kent. Je blijft tenslotte altijd zelf verantwoordelijk voor wat je doet.