De man zonder zorgen stapte in zijn zwarte middenklasser en vertrok. Zachtjes neuriënd, Racoon op de radio met ‘No mercy’, reed hij de straat uit, een straat waar op een enkele moeder-met-kind, een papa met pappadag na, alle bewoners aan het werk waren. ‘No mercy for the king, no mercy for the soldier’. Even aarzelde de man, links of rechts, sloeg toen resoluut rechtsaf. Zwaaide naar de bakker met zijn ouderwetse, of was dit retro, elektrische bakkerskar. Relaxed reed hij als een man zonder zorgen door zijn wijk, verouderde nieuwbouw, waar de eerstgeplante bomen alweer gekapt werden. Langs het sfeervolle winkelcentrum reed hij, waar zojuist geopende winkels gesloten dreigden te worden. Sfeervol met een concept, wat in de jaren dat het gebouwd werd, al gedateerd aanvoelde. Maar, zo dacht de man, terwijl hij vaart minderde voor de, de zebra overstekende rollator, en hij glimlachte daarbij, bij het vaart minderen:
“Ach, misschien vinden we dit later dan weer wel mooi”.
Bij het optrekken plette zijn rechtervoorband een plastic flesje Spa of van een ander merk. Daar doemde het ziekenhuis op, het was er vreemd stil, het parkeerterrein leeg. Failliet, van de ene op de andere dag gesloten. Patiënten zoeken het zelf maar uit. Grappig, dacht de gezonde man, hoe in dit rijke land dingen gebeuren, die zelfs in de armste landen onbestaanbaar zouden zijn. Derde wereld praktijken. Nu was het zaak even op te letten, ging hij nu meteen de rondweg op of toch maar via de stad? Toch maar even uitstellen, besloot hij. Destination unknown. Ja, dat was het, het moest zolang mogelijk geheim blijven. Wachtend op groen licht trommelde hij op het stuur. Neuriede, nee zong mee met Wende: ‘Alleen de wind weet, wat alleen de wind weet’. En stopte er abrupt mee, voelde het, de auto naast hem keek. Een melkwitte VW Golf, een vrouw met verschoten blond haar lachte naar hem. Hij lachte ook, beschaamd en Groen! gaf gas, meer dan hij gewoonlijk deed. Merkte dat hij bloosde en miste de afslag, gleed de rondweg op, weliswaar nu de andere richting op. Noordwaarts. Perfect! Dacht de man zonder zorgen.
Jammer dat de toegestane snelheid hier honderd was, liever reed hij tachtig nu, of nog langzamer. Het zonlicht viel heel cliché met gouden strepen doorheen de bomenrij die het bladeren deed regenen. In de spiegel zag hij het oranjegeel opwaaien in zijn kielzog. In gedachten was hij ver weg. Traag reed hij over de Strip. Vanaf Los Angeles (El.Ee.) naar Vegas en dan door naar Monument Valley. Hij kneep zijn ogen tot spleetjes tegen de laagstaande zon. Langzaam passeerde hem een auto, het was de vrouw met het blondverschoten haar. Even keek hij opzij en het leek of ze lachte, alweer. Hij kreeg het er warm van en gaf iets gas bij. Wel op voldoende afstand, bumperkleven, o neen, daar hield hij absoluut niet van.
Sophie Verhoeven vertelde op het elf-uur journaal dat Brazilië een nieuwe president had gekozen. De ultrarechtse Bolsonaro, de homofobe, racistische oud-militair.
“Toch jammer”,
dacht de man, terwijl hij net als de Golf voor hem, de linker clignoteur aanklikte.
“Toch jammer, dat ze die Bolsonaro toen niet meteen echt helemaal dood hadden gestoken”.
Langzaam kwam hij tot stilstand. In de achteruitkijkspiegel keken twee ogen hem aan. Noordzee-met-mooi-weer-blauw. Het geeloranje knipperen van de richtingaanwijzer deed deze ogen ritmisch oplichten. Hij glimlachte weer en terwijl de jingle van Beterbed.nl door de zwarte middenklasser schalde, trok hij op, sloeg linksaf, gaf meer gas en voegde keurig in op de A16. Vrijwel synchroon met de melkwitte Golf. Zorgeloos.