Het kost enige moeite om het pension te vinden. Pension Stopman8. Het Zwitserse dorpje is klein en compact. De eeuwenoude houten huizen zijn dicht opeen gebouwd. De straatjes ertussen smal en steil op- of aflopend. In de beschrijving werd aangeraden bij de kerk te parkeren en dan lopend op zoek te gaan. En dringend wordt verzocht – Unbedingt! – slechts aan te bellen bij de echte Stopman8.
Aarzelend gaat de deur open en een lange man kijkt ons vragend aan. Op de vraag of hij Herr Liebermann is komt een knikje. De uitgestoken hand wordt al even voorzichtig beantwoord. Eenmaal binnen, in de keuken, biedt hij ons water of Cola aan en schenkt dat razendsnel in. Daar zitten we, aan de keukentafel en plichtmatig stelt hij enkele vragen over onze reis die wij even formeel beantwoorden. Door de ongemakkelijkheid van de gastheer voelen wij ons niet bepaald op het gemak, proberen het ijs te breken. Ook dit huis is van keihard, zwart verweerd larikshout, hierbinnen is daar niets van te merken. Witte gestucte muren, lichthouten deuren die wel nieuw lijken. De keuken is wat gedateerd maar licht en alles is brandschoon. Opeens grijpt Liebermann achter zich een klein boekje met ouderwetse doordrukvelletjes. Dat wordt met grote snelheid door hem ingevuld en afgescheurd. Afrekenen, contant of pin? En o ja, natuurlijk mogen wij de kamer zien.
Voor ons uitlopend dirigeert hij onze auto naar de privéparkeerplaats. Met onnavolgbare bewegingen wijst hij hoe ik moet rijden door de steegjes, tot ik met de nodige moeite op een schuin aflopend stukje grond parkeer. De kamer is gemeubileerd met een mix van tweedehands hotelstoelen en -bedden. Twee verschillende dekbedden. Op het bureautje ligt een stapeltje rafelige handdoeken in diverse kleuren. Maar, het is alles heel schoon. Verschoten posters aan de muren, Berlijn, New York en de Middellandse zee. Het ene raam biedt uitzicht op het balkon van de overburen, zo dichtbij dat het haast is aan te raken. Het andere op de witte kerktoren die, ook vlakbij, boven de huizen uitsteekt. Daarachter de hoge horizon van bergen, ook niet ver weg.
De volgende ochtend blijkt de tweede badkamer verrassend nieuw. In de keuken is voor drie personen gedekt. Liebermann ontbijt met ons mee. En weer is het stil en proberen wij opnieuw de spanning te breken. Ik moet een glimlach onderdrukken, hoe hij zijn boterham besmeert, vliegensvlug en uiterst nauwkeurig. Gisteravond ontdekten we dat alle huizen en schuurtjes voorzien zijn van hetzelfde logo: Stopman8. Mijn vraag of hij gaat uitbreiden – grapje – wordt heel serieus beantwoord. Opeens komt hij los en vertelt. Dit alles was het boerderijtje van zijn ouders, ze hielden schapen. Schapen zijn vies, ze stinken en leveren niets op, volgens hem. Postzegels, daar loopt hij warm voor. Hij verzamelt ze. We spreken over de teloorgang van de posterijen, verdwijnende brievenbussen. In elk Zwitsers dorp een Hotel Post, de postkoets. De Stockalperweg, de oude postweg, die de GGE bewandelde, hij kent het. Hij weet alles. En wandelen, dat deed hij ook, naar Santiago onder meer.
Eigenlijk hebben we haast, we moeten door, naar de Matterhorn. Maar we komen niet weg voordat we het museum hebben gezien. Hij kiept de kruimels uit de broodzak in zijn mond en gaat ons voor naar zijn museum. Rammelende sleutelbossen en daar gaat de poort open van zo’n zwarte schuur. Snel knipt hij wat lampjes aan en wat tevoorschijn komt, het is ongelooflijk. Letterlijk alles is bewaard, het gereedschap van de boerderij, beitels, zagen, allerlei zeisen, sleden waarmee men in de bergen werkte. Dan gaan we naar een andere afdeling. Postzegels en de voettocht naar Santiago, uitputtend gedocumenteerd. Maar het mooiste moet nog komen. Zijn wiegje, de kinderstoel, alles uit zijn jeugd. Leesboekjes, tekeningen. Met als klapstuk, Liebermann opent de deur van een zeer oude kast en daar liggen, keurig in het gelid, opgevouwen, plank na plank, al zijn kinderkleertjes. Pension Stopman8, echt, een aanrader!
kweenie’akkerkom…!
Ontmoeting met een paradijsvogel. Mooi!