het leven is verrukkeluk, schreef Remco Campert

panasonic-037

Volgens mij ook, maar eveneens is het: ‘krankzinnug’.

Grote beveiligingsmensen laten ons gedoseerd binnen, in de tot één grote feestruimte getransformeerde Bibliotheek. Een opgefokte drukte van kleur en geluid, overal schrijvers, presentaties, waar moet ik naartoe, ik wil niets missen. Herman Brusselmans leest voor uit ‘Genitaliën’, volledige titel: Geen Duitsland, geen Frankrijk, geen Italië. Vandaag, precies een jaar geleden speelde zich het drama in Parijs af, de Bataclan. Onwillekeurig kijk ik rond naar vluchtmogelijkheden. Ik koop voor drie euro bier en ga op zoek naar mijn geliefde, zij koos een andere schrijver. Die middag nog zwierf ik rond in absolute stilte. De grijsheid aan de rivier, die zwijgend langsstroomde met weinig water. En ook precies een jaar geleden was ik hier, vertelt mijn Facebook. Zij, die me toen vergezelde, liked het, op het moment dat ik de oever bereik. Twee dagen eerder overleed m’n schoonvader. Droevige dagen, over twee dagen is de uitvaart.

Langzaam reed ik over de Tervaetenseweg, langs het kerkhof van mijn vader. Met de oude bomen en de witte molen. “Hoi pa”, zei ik in gedachten, zoals altijd. Op de dijk zag ik de oneindigheid van de Oosterschelde waar het eb was en de modder zout. De brokstukken van de Muraltmuur lagen er nog, speelplaats van mijn jeugd. Een van de mooiste plekken op aarde. Op dat moment gleed mijn schoonvader naar de eeuwigheid.

Een hevige storm veegt de bomen en de straten schoon. De plechtigheid in het koude uitvaartcentrum is kort en intens. ‘Goodbye is not for ever’, schrijft de verre neef uit down under. Mijn kind zwerft door Afrika, ik mis haar nu als nooit tevoren. Er staat een grote olifant naast de auto, zegt ze met WhatsApp. Langzaam zoeft de grijze lijkwagen weg, een Cadillac met Amerikaans motorgeluid die schoonpapa meeneemt, weg uit ons leven.

Het leven dat op en neer zwiept. Het beloofde uitzicht vanuit het restaurant op de rivier bestaat niet, dichte mist. De tentoonstelling van Kinke Kooi in museum Arnhem geeft een mooi en geheimzinnig beeld over de oorsprong van het al. Het inwendige. Datzelfde ervaart men in het nieuwe station met zijn organische vormen. Letterlijk wordt dat vertaald in de eivolle Intercity terug.

In Fomu – Antwerpen toont Saul Leiter de wereld zoals die is, fantastisch, vanachter beslagen ramen of met sneeuw of volle zon. In café des Arts, met een Stella Artois, is het onherkenbaar stil. Waar zijn de straffe madammen met opgestoken haar, waar de dampende mosselpannen met frietekes. Op de Ring is het feest, het is een heksenketel, zeven rijbanen vol blik.

Honderd man vergadert in het laaggelegen Nieuwgein over hogere doelen, klimmen en bergsport. Een minuut stilte voor hen die bleven, op een berg. Hoogtepunten. Dieptepunten. Sportklimmen wordt olympisch en ‘we’ hebben 60.000 leden nu. Hooggeleerde klimmers discussiëren over elke puntkomma. Ik zie truien met het opschrift: Ascendo ergo sum.

Weer thuis slaat de schrik me om het hart. De Da Vinci muur verdwijnt, de klimmuur, het climbing structure wordt gesloopt. Deze speeltuin waar ik ook veel uren doorbracht: weg. Ik betuig de kunstenaar, de maker van het kunstwerk mijn deelneming. Ook hem doet het pijn. Alles is altijd maar tijdelijk.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s