“Kijk, daar zit een tjiftjaf”
Geen idee hoe die er uitziet maar volgens mij is het er een. En het is alweer zo’n dag in Nederland, volgens de kalender is het zomer, of nou ja toch bijna. Het lijkt of de dampkring heel klein is vandaag. Een en al damp. Diederik Samson had het wel eens over een plek waar de zon nooit schijnt, daar ben ik dus nu. Op de oneindige laagvlaktes van de Hoekse Waard bestaat geen zonlicht.
Onwijs lachen wel, het regent hard nu. Veilig opgeborgen in mijn nieuwe Quechua Forclaz 400 kan mij niets gebeuren. Lange neus naar dat overdreven dure outdoorgoedje. Het regenwater wat wordt opgevangen door het jack stroomt keihard langs mijn regenpijpen en kolkt letterlijk mijn Goretex Scarpa Mojito’s binnen. Minder leuk, ook hier wordt aan de dijk gewerkt, prima natuurlijk maar ik kan er weer niet door. Omfietsen door de polder kost mij kostbare tijd. Ik moet nodig aan de koffie op de picknickbank op het paalkampeerterreintje. Net voorbij de Anthonie Voordendag Brug staat een bordje: pas op: agressieve roofvogel. Onwillekeurig check ik de lucht en, het is net droog geworden, ik zet toch weer de capuchon op. Dan zie ik hem zitten, op het dak van een schapenschuurtje, een wat rommelig in z’n veren zittende buizerd. Dus geen terror oehoe. Langs de toendra achtige vlaktes van het ‘Oeverlanden Hollands Diep’ zit die tjiftjaf op een hekje. Wat van ver er al op leek is van dichtbij echt waar, er staat een tent. Om de paalkampeerders niet te verstoren neem ik maar een ander pad. Een koekoek ver weg roept 327 keer: “Koekoek”.
In het altijd gezellige Strijen blijken er verassend veel winkels. Het kleine kerkje; Grote – of Sint Lambertuskerk heeft de deuren open. Ik durf niet naar binnen, met m’n modderschoenen, evenals in het nog kleinere museumpje ‘Land van Strijen”. Jammer, aan de vlammen en vonken te zien is er een smid aan het werk. Langs het vers rood geasfalteerde fietspad wordt de sloot schoongeveegd, met grof geweld. Een eend zwemt panisch kwakend door de opwellende modder die achterblijft. Zijn nest, of jonkies zijn op de kant geveegd. Daar hipt al een geïnteresseerde kraai.
Laag over de weg vliegt een buizerdachtige met een prooi in zijn klauwen. En oja, daar zie ik het bord opnieuw, ik zit kennelijk weer op hetzelfde dijkje, het zal die terror buizerd zijn.
Bovenop de Kiltunnel eet ik een boterham met kaas. Over de Kil varen binnenvaartschepen met namen zoals ‘Componist’ en ‘Cornelis’. Aan de overkant wordt de dijk versterkt. Van Oord Combinatie rijdt af en aan. Achter me hoor ik melodieuze Arabische stemmen. Een echtpaar uit het AZC gaat boodschappen doen in ’s Gravendeel, te voet, over de kale dijken. Voor me schuift een containerschip voorbij: ‘Tripoli’ uit Sloten.
van waar naar waar ben je die dag gelopen? En gewoon een eigen route geprikt of langs het Floris V pad?