Nijmegen

Waar zijn mijn suède schoenen gebleven, ik kan ze nergens vinden. Ik heb een moeilijk leven. Ik zie ze zo voor me, zacht suède en lichtbruin. En oja blauwe zolen, je verwacht het niet, blauwe zolen. Ooit gekocht in Nijmegen op een bloedhete dag. Het was zo’n hippe winkel die mij naar binnen zoog. Ik was op weg naar een café aan de Waalkade, waar ik een afspraak had met een klasgenote, van heel lang geleden dus.
De treinreis terug verliep slechts moeizaam en mijn date stelde ook niet veel voor, onherkenbaar veranderd was ze en vol met zeurderige verhalen, ik heb een moeilijk leven.

Zowel de schoenen, Nijmegen en de date zijn verzonnen, hoewel de schoenen en Nijmegen wel degelijk bestaan. Ik heb ze, alleen: waar. Ik heb ze en ze dragen, hoewel ze al oud zijn, nog steeds heerlijk. En de Waalkade is er, ook veranderd en er zijn ongetwijfeld vele afspraakjes gemaakt. Suède schoenen, die van mij, die staan ergens voor. Niet alleen droegen ze mij vele jaren naar mijn werk, onduidelijk werk, maar in hemelsnaam, het was werk.
Werken overigens, even tussendoor, dat kan niet gezond zijn. In Nijmegen was de Waalkade bovendien anders dan in mijn herinnering. Toen dronk ik er bier in donkere kroegen en danste in helverlichte kelders. En ook toen al droeg ik suède schoenen, andere, dat wel evenals een zekere toekomstangst.

Het zal wel aan mij liggen dat ik ze niet kan vinden. Mijn schoonzoon lachte en zei: Je hebt gezocht als een mán! Ik heb echt gezocht, aan mij ligt het niet, ik doe mijn best. Kilometers droegen ze mij door vreemde steden, het leven raasde in volle vaart op me af. We gingen door morsige stegen en over brede avenues. Er waren vrouwen die met sensuele vingers in mijn dromen het suède streelden en er onbegrijpelijke figuurtjes in tekenden. Alleen als je goed keek en met kwade wil, kon je het zien, het geronnen bloed op de rechterschoen, waar ik het verder niet over wil hebben. En een keer slechts regenden ze nat.
Een tijdlang bezat ik veel geld, dito vrienden, een goed geheugen en verkeerde ik in bepaalde kringen. Kringen die ik hier niet zal behandelen. Mij werd toegefluisterd: ‘Het zijn al dieven’ en ‘Het is al gestolen’. De suède schoen is een typisch mannending. Een vrouw die suède schoenen draagt is niet te vertrouwen.

Doelloos liep ik door het Frank Boeijen Kronenburgpark op zoek naar geluk
En thuis wachtte een vrouw onwetend op haar man
En nooit voelde ze iets van zijn gevoel van ontevredenheid
Alles bleef bij het oude als hij naar huis reed
Ga die wereld uit
1 seconde, en kijk goed rond in het paradijs
En vraag niet naar de weg, want iedereen is de weg kwijt

En dan was daar de kille periode – mijn leven is overzichtelijk in te delen in periodes, affaires, periodes en situaties die elkaar regelmatig en even onafwendbaar opvolgen als de golven van de opkomende vloed – van geüniformeerden met hun imponerende schoeisel, glad, zwart en glimmend.

Het was een bloedhete dag en de nacht nu is nog bloediger. De wind steekt op, een raam klappert. Ik ontwaak en plotseling zie ik het heel helder: mijn schoenen, ze zullen er vandoor gegaan zijn, ze zijn hem gesmeerd, gevlucht, weggelopen min of meer. Het leven is hen te moeilijk. En mijn klasgenote, ik zou het nu pas zien in dit prille ochtendlicht dat door de gordijnen schemert, zij is rijper, nog mooier en heel wijs.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s