
Op de dag dat de Tour de Champs Élysées op zal draaien lijkt het eindelijk zomer te worden en peddel ik genietend door de polder. En daar is het op de vroege zondagmorgen druk. Veel hardlopers maar vooral met complete pelotons die mij voortdurend passeren, roepend met ‘Tegen’ of ‘Voor’ naar gelang hetgeen zich voor hen op de smalle dijkjes bevindt. Mijn kruissnelheid van tweeëntwintig ligt beduidend lager en ik doe geen moeite om aan te haken. Hoewel je dat met een bijnaam als ‘de Wieltjesplakker van Dubbeldam’ wel zou mogen verwachten.
Welhaast net zo’n groot liefhebber van de koers ben ik van de Avondetappe. Al ten tijde van ‘de Mart’ maar zeker nu met de innemende Dione. Dit jaar was het soms nachtwerk, wanneer er weer een verlenging was, gevolgd door strafschoppen. Luisterden wij, toen, naar het weemoedig stemmende ‘Buenas Noches’ van ene Dalida, nu roept de eindtune weer geheel andere emoties bij mij op. Het is Barbara Pravi, de betoverende zangeres die boordevol overgave de chanson ‘Voilá’ zong op het Songfestival. En zoals een van de tegeltjeswijsheden van Rob Harmeling luidt: ‘Het leven is als een wielerkoers met vele etappes, je kunt niet altijd winnen’. Barbara was zonder de twijfel de beste, zij won niet; 2e.
Dikwijls passeert de Tour een col in de Alpen waar ik zelf ook geweest ben. Met de auto er overheen gereden of er op neer gekeken vanaf een top tijdens een bergtour of beklimming. Groot was dan ook mijn verrassing toen ik ontdekte waar ik was tijdens mijn laatste tocht. Op zoek naar de bergwand die we wilden gaan beklimmen sukkelden we in een file auto’s twee uur lang achter een kudde koeien en we mochten er niet langs, kostbare tijd tikte weg. Daar, een bordje, ik bevond me op de Joux Plane. Nu keek ik met meer dan gewone belangstellig om me heen en stelde me voor hoe dat moet voelen om hier naar beneden te zeilen op twee dunne bandjes. Dit jaar was dat kleine extraatje mij niet gegund, maar wakkerde het verlangen naar die fantastische landschappen en het gevoel van hoogte alleen maar meer aan.
Een mens kan niet altijd winnen en maakt veel vergissingen in zijn leven, ik zelf teveel om op te noemen. Om er toch twee te vermelden – voor de goede orde – ik ben blij met mijn mooie Italiaanse café-chargertje, maar waarom toch was ik zo dom om die fraaie Gazelle racefiets te verkopen. Onvermijdelijk denk ik daar aan terug, wanneer zo’n groep renners langsrijdt met de bijbehorende geluidjes, de zoevende bandjes en het klakken van de derailleurs. En waar is toch mijn zwarte wollen tricot met de gekleurde bandjes om de armen, weggegooid?
Waar maakte ik de onvergeeflijke vergissing om de naam van de winnaar van vorig jaar niet op te nemen in mijn lijstje van namen bij die van Tourtoto 2021. Welnu, als ik dan toch niet kan winnen dan ga ik voor de Rode Lantaarn en doe de naam van ‘Le piston des roues’, of ‘Wieltjesplakker’ eer aan. En ook die prijs win ik niet, net niet. Voilá!

Ik denk ook nog wel eens: waarom heb ik ooit mijn volledig verchroomde Huissoon sport cadeau gedaan aan mijn dochter… Nù zou ik er wel weer eens op willen rijden 😦 Maar ja, hoeveel fietsen kan een man bergen in zijn schuur…