Want zij telt de uren
en ze lacht erbij
haar ziel zal gereed zijn
en zo wacht ze alle dagen
achter de gesloten muren
van haar kloppend hart
en ze lacht, van binnen
Want hij weet het
en het doet hem beven
zijn angst doet hem talmen
en hij zal zwak zijn
alles is vergeven
door zijn kloppend hart
en hij weet, van binnen
Want zij ademt licht
en ze is een vreemdeling
vertwijfeling sluipt binnen
haar geest staat stil
en het wordt warm in haar
bij het kloppend hart
en haar adem doet wat raar
Want hij rijdt verder
en hij belt of klopt niet aan
zijn twijf’ling en de aarzeling
en hij is beetje dom
kan geen woorden vinden
in zijn kloppend hart
en keert dan toch maar om
Want zij weet het al
en ze dooft het licht
genade zal haar wapen zijn
en strijkt haar haren glad
alles gaat ze hem vergeven
opent haar kloppend hart
en ze is het wachten zat
Want hij is terug
en hij is vol overgave
zonde van verspilde tijd
en maakt zijn lippen nat
haar slaaf en gevangene
bonkend nu zijn kloppend hart
en hij weet: gehangene