Nadat je jezelf ernstig hebt toegesproken in de trant van ’je kán het’, fiets je keihard naar de stad, vastbesloten je erdoor heen te slaan, even op de tanden bijten, het is zo gebeurd. Ja, je moet er wat voor overhebben, voor de liefde. Want, je gaat je zo begeven in ‘a hell of a place’, namelijk die van de fragranceshop, de parfumeriewinkel.
Geen erger plek voor een man dan die verkoopplaats waar een weeïge lucht hangt die zwaar op de stembanden slaat, stembanden die toch al haast dienstweigeren, je gadegeslagen wetend door het nuffige personeel dat je zwijgend aanstaart, je beoordeelt van schoenen tot pet.
Geen geaarzel nu meer, je stapt gewoon de eerste de beste lekkereluchtenwinkel binnen en dat is de Rituals. Eerste indruk veel zwart en dat bevalt je wel, meteen gevolgd door een tweede blik, op de lange rij wachtenden bij de kassa. Dat nooit en nog niet verder dan de mat maak je een draai van 180 graden die ze op de catwalk van de Prêt-à–Portershows in Parijs niet veel beter doen.
Bij de buren, Douglas, is het rustig, té rustig. Vijf juffrouwen, met tien ogen, zwart en zwaar opgemaakt volgen je, kijken of je niet per ongeluk al iets in je grote zwarte Ortlieb fietstas stopt. Je krijgt het er warm van en je moet je bedwingen niet heel snel iets in die zwarte tas te laten vallen.
Het is verschrikkelijk, het is teveel, de onnoemelijke hoeveelheid doosjes en flesjes in zwart, goud, rood of pasteltinten en goud die stuk voor stuk proberen je te verleiden, met namen die romantiek beloven, avontuur of seks in het vooruitzicht. Je moet hier doorheen, je niet uit het veld laten slaan. Versace, Cacharel, Paco Rabanne, Armani, Chanel en Calvin Klein.
Wat zou ze lekker vinden, na al die jaren weet je het nog steeds niet. Overal verstand van – nou ja – behalve van dit geneuzel. Waar maak je haar blij mee, totaal geen idee. Enigszins besmuikt glip je de geurenboetiek uit, geen alarmbellen luidkeels schellend, niet in de kraag gevat wordend door securityboys, er vanuit gaand dat de fietstas nog steeds leeg is, beetje gek, maar geen ‘daft prick’ * Spike in Notting Hill.
En door, het is voor de liefde, op naar de volgende. Je weet dat je tekort schiet, je wilt niet zo’n mannetje zijn dat braaf elke vrijdag met een bosje blommen aan komt gescheten. Je houdt al helemaal niet van groeibriljantjes, bestáán die nog, of toch maar weer een nieuw hangertje, ring of andere blingbling, je bent nog van de generatie die niet haar liefde koopt!
Ici Paris XL, alleen de naam al, en dat XL waar slaat dat op, maar goed, le magasin is ook vrijwel geheel in de kleur noir. En precies druk genoeg om niet op te vallen in je zoektocht. Naar iets wat betaalbaar is en er toch duur uitziet, want ja, zo ben je dan ook wel weer. Die prijzen, voor een flesje water met geur, je begrijpt het niet. Voor de totale wanhoop toeslaat grijp je maar iets en overhandigt het de juffrouw met een air, verveeld haast, je doet dit wekelijks eigenlijk, ach ja, voor welke maîtresse was dit ook weer.
Terwijl het reeds buitensporig ingepakte flesje nogmaals in luxe cadeaupapier wordt gehuld, “Is het een cadeau m’neer?”, ja héhé, denk je bij jezelf, wat dacht je dan en schiet nu maar op. Ondertussen heb je ruim de tijd om haar fraai beschilderde gelaat te bestuderen. De conditioner op de goed gehydrateerde huid aangebracht, de mascara, de dagcrème, de bronzer, wenkbrauwen en de lippen opgeschilderd. Je wilt hier niet zijn, in deze geurstoffenzaak, het kan altijd nog erger, hoe je collega toen in Londen persé een pikant lingeriesetje mee wilde nemen voor zijn vrouw.
Het inpakken duurt lang, het is ook niet makkelijk met nagels die zwart zijn en van huiveringwekkende lengte. Haar marmerbleke hand begeeft zich galant jouw kant op: “Fijne avond, m’neer”.
De dubbel ingepakte fles bevindt zich in een eveneens zwarte tas met rode hengsels. Alles voor de liefde, nu snel naar huis voor nog een echte inspanning, het zwaarste moet nog komen. Een gedicht, met iets liefs, ze weet het wel, maar ze wil het lezen, zwart op wit.