“Dit is de centrale plek in huis, hier in de keuken gebeurt het. Deze tafel hebben we op de kop getikt, hier verderop stond een oude staalfabriek. Op de bovenste verdieping was de directeurskamer en daarnaast, daar stond altijd deze tafel. Dus ja, wat deze tafel allemaal niet heeft meegemaakt in al die jaren met al die vergaderingen enzo. Om hem naar beneden te krijgen was nog wel een dingetje, maar ja die lange avonden met vrienden hier aan tafel, daar doe je het voor hé, goud!
En dat is Jip, die is nu alweer bijna een jaar. Geniaal kind, ook motorisch, jaah, heeft zo’n goeie motoriek, dat komt, hij is zo intelligent. Heeft alles zo door, laatst nog. Nee, dat is een speciale hoor, die komt er wel. Hij speelt alleen met houten speelgoed, hé Jip, je wil alleen hout hé, jaaah.
Met deze flagstones die op het buitenterras gewoon doorlopen halen we als het ware de tuin dus naar binnen, dat die harde grens van binnen – buiten dus vervaagt, zegmaar. En hier sluiten wij ons graag af voor de buitenwereld, even niks, heerlijk, rust. Wij kijken dus ook nooit tv hé, we nemen dingen op zegmaar, kunnen we het later terugkijken. Jullie niet?
Vlees, nee toch, eten jullie nog vlees, nog steeds?
Vorige week, hoe heette die film nou ook weer, Kimberley, Kim? Ja, je weet toch, in dat biosje toen met dat citytripje wat ik van jou kreeg als verrassing omdat, ja waarom ook weer. Nee, die was goed, dat die man, of vrouw, nou ja de hoofdpersoon opeens, hoe heet die nou Kim. Wil je een wijntje, jawél, het is na al na vieren kind, gewoon eentje, omdat het kán haha, even proeven, hier, moet je proeven, hebben we gehaald bij ons boertje in de Provence, heel bijzonder, awhsam. Zei je Kimber? Kimberley? Niet Provence? O kan het schelen, Camarque ook goed, o deze niet. Ach ja natuurlijk, nee, gewoon bij de Marqrt, jááá, hier om de hoek. Wistje dat daar een slagertje zit, tegenover, die schijnt zelf te slachten, met eigen vlees, ja wat dacht jij dan, biologies túúrlijk.
Kim zal blij zijn als die Stints weer rijden, hé Kimberley? Zei je gisteren nog, dat jij het fijn zou vinden dat je niet meer met de bakfiets hoeft met dit weer. Heb ik je al verteld van deze tafel, zo’n fijne plek.
“Jip, wat deden we ook weer met die plant? Mocht jij daar aan raken, wat hadden we afgesproken? Niet in je mond, Jip, niet in de mond, Jip, anders wordt Kimberley boos!”
Nee gaat goed hoor, hij weet niet beter, hij hoeft niet pappa te zeggen, ach dat lost zich vanzelf wel op. Als tie dan weer het weekend bij hem is geweest moet tie even wennen. Tijdje terug vroeg hij of we een biertje zouden doen, vind ik wel tof van hem en ook dat hij dat dan al kan hé.
Anders blijf je eten, kan best, ja joh, niet zo flauw, ja nee geen vlees. Kim? Kimberley, Brammie blijft eten, is goed toch? Sla je yoga maar een keertje over. Even boven kijken? Is goed maar niet naar de rommel kijken, je weet het, ik ben een rommelkontje, hahaha, nog net als vroeger. Kijk dit is onze indoorcloset, alhoewel eigenlijk van Kim, dit is mijn rekje, mag ik niet zeggen hahaha. Ja, schoenen heeft ze wel hahaha. En dit, this is where it all happens, hahaha, mag ik ook niet zeggen maar ik haat dat woord, ik haat het zo, dat gepoch van the master bedroom. Nee Jip, beneden blijven. Gossamme, leuk hoor dat thuisgewerk van Kim, maar ik kan een hele dag achter dat kind an, ze doet net of ze d’r niet is, achter die laptop. Maar goed, alles toch lekker afgestyled zo, die mix van vintage, ons idee van duurzaam, zie je die gordijnen, hebben we meegenomen uit Vietnam.
Niet verkeerd toch, dat uitzicht, beetje smal, maar wij noemen het ons dakterras, ‘wijntje schat, ja breng maar even boven, ik zit op het dakterras, haha’. Een ding is jammer, de wifi is hier bedonderd. En die bamboe, die doet het gewoon niet, awkward, te veel wind denk ik, zou leuk zijn, wat meer privacy. Kijk uit, val niet, Kim laat graag schoenen op de trap liggen, ssst, ben ik nog niet aan gewend. Wat zeg je Kimber? Ja we komen al, nee Jip, daar blijven, pas op”.
lekker bezig, G. Mooi sfeerbeeld zo.