Hoi! Even voorstellen, ik ben Juul. Als je me niet kent, dat kan kloppen, ik ben er nog maar net, zo’n maand of tien en op dit moment lig ik boven in een voor mij wildvreemde slaapkamer. Dat schijnt de logeerkamer te zijn, bij die mensen. Dat zijn, als ik het goed begrijp de pappa en mamma van die van mij. Die vrouw zingt steeds liedjes voor me en die andere heeft een beetje een prikbaard en ze geven me altijd kusjes en knuffelen enzo en dan doe ik maar of ik dat allemaal oké vindt en dan moeten ze ook iedere keer erg om me lachen, waarom weet ik niet, ik doe niks biezonders.
Ik moet wel even wennen hoor, dit nieuwe leventje, je wordt van hot naar her gesleept en ik doe echt m’n best maar soms kan ik het allemaal niet bij houden. Zo zit je in zo’n zaaltje met een heleboel, ik zal maar zeggen leeftijdgenootjes, en maar wachten tot ze je weer ophalen. Wel prettig dat dat nog steeds is gelukt, totnogtoe. En dan zijn ze blij joh, als ze mij dan weer ophalen. En zo word je de volgende dag weer bij andere mensen gedumpt, die heten opa en oma, die zijn van mijn papa, als ik het goed heb. En nu dus hier, vandaag, héhé, vermoeiend, ik doe effe een tukje. Die prikbaard keek nog om een hoekje maar ik dee net of ik hem niet zag.
Ik weet het niet zeker, maar het schijnt dat we straks ergens anders gaan wonen, beetje jammer, want zo’n leuke kamer als ik nu heb, die krijg ik nooit meer. Maar ja, naar mij wordt niet geluisterd. Het is wel vlakbij, dat nieuwe huisje, dus misschien kan ik soms nog even gaan kijken. Het is op kruipafstand, ik doe alles kruipend, dus dat geeft niet. Voorlopig maak ik me nergens druk om, verhuizen, het klimaat, kan mij niets schelen. Gisteren nog, bij Jinek, zat die gek van Dijkhof van de Vroemvroem partij ook weer te beweren, 130 of 100 kilometer, dat maakt niks uit voor de stikstofuitstoot. Gek woord, haha, stikstofstikstofstikuitstoot. Van tien maanden totdat ik eens tachtig ben, nou dan hebben ze vast wel wat uitgevonden, of ik bedenk zelf iets.
Ik ontdek van alles, heel gek, alles wat je loslaat valt vanzelf naar beneden. Ikzelf ook, zogauw ik de tafel, of de bank loslaat, val ik gelijk om, maar dat is een kwestie van tijd, hoorde ik net die prikbaard zeggen. En ook dat ik een klimmer word, dat ziet tie nu al, zegt tie. Klimmen, geen idee, we gaan het zien. Ah, gelukkig, dat stomme deuntje van die babiefoon scheidt er mee uit, dat blijft zo lekker in je hoofd hangen. Even kijken, waar waren we gebleven, oja het milieu, nou ja, ik ben er klaar mee. Dat zegt mijn pa ook wel eens, als hij heel erg boos is, dan zegt hij, ik ben er klaar mee. Lief hé en ook die baard van hem, die is tenminste zwart en hééél lekker zacht. Wel balen dat ik nog steeds geen tanden heb, dit even tussendoor.
Ik moet het ook nog even over mama hebben, mijn moeder, dat is de liefste van héél de wereld. Die blauwe ogen, die heb ik van haar. Beetje jammer dat ze zo gauw bezorgd is, maar ja het is goed bedoeld, zullen we maar zeggen. En heel precies hé, dat ik genoeg slaap en gezond eet enzo. Zelf is ze heel sportief, dus ik zie het al gebeuren, ik zal vast wat moeten, later. Aan de andere kant, zelf is ze nu ook zo’n luie E-biker geworden.
Ik blijf nog even liggen, eigenlijk heb ik alweer honger, maarja die fruithapjes daar ben ik dan wel weer klaar mee. En ook, als ze me er straks uithalen, moet ik alweer gewassen, voor mij hoeft het niet. En gaat die vrouw weer zingen: over de maneschijn enzo en zat ik op het trapje en viel ik door het raamkozijn. En prikbaard zal wel weer over de grond rollen met dat speelgoedbeest op wieltjes, roept tie steeds keihard:
“Vroem, vroeoemm!”
Als ik dan lach, blijft hij dat steeds doen, lachen man. Als ze me maar niet gaan kietelen. Nou ja, even volhouden vandaag, het is zo voorbij, ze komen me wel weer ophalen, tenminste, daar ga ik van uit.
Prachtig!
Ben wel benieuwd hoe ze hier zelf kijkt als ze eens 14 is…