Tagarchief: krishnamurti

Waarnemer van Dordt

‘Waarnemen zonder oordeel is de hoogste vorm van intelligentie’,
citaat van Krishnamurti, Indiase spiritueel leraar.

Vanuit de houten cocon bovenop het dak neem ik de stad waar. Het is half negen, over een uur is de zonsondergang. Het project de Waarnemer van Dordrecht. Gedurende een heel jaar staat elke dag een waarnemer, tijdens zonsopkomst en zonsondergang een uur op het Energiehuis. Het is een schrikkeljaar, 732 vrijwilligers dus. Ik meldde mij onmiddellijk aan. Ik hou van hoogte, ben het gelukkigst in de bergen. In zo’n andere wereld, daar hoog in de stilte, de rust en de eenzaamheid. Echt even weg van alles. En natuurlijk, wat had ik dan verwacht, het is hier niet zo stil als in de bergen. Lawaaierig zelfs, het is verrassend druk op de Noordendijk. Veel verkeer. Het is even wennen, ik voel me erg te kijk staan, vol in het zonlicht, zo boven de stad. Ergens ook wel vertrouwd, achter glas, ik werkte vele jaren achter glas, als etaleur. De stad ligt voor me uitgestrekt, er is zoveel te zien, met al het groen en al die daken uiteraard. Erboven een fantastische wolkenlucht. Beneden het verkeer, brommers die langsscheuren en al drie keer een politiebusje.

Ik probeer het nu, waarnemer te zijn, sluit me af voor het gevoel te kijk te staan. Ik scan de stad, herken de hoogste gebouwen, de spoorbrug, bijgenaamd ‘het Hemelbed’, de torens van de Grote kerk, het stadhuis en het Groothoofd. Het torentje van de Bonifatiuskerk is onherkenbaar, pal er achter blokkeert de hoge Eemsteijnflat in Zwijndrecht de fraaie vorm. Alles in versluierend tegenlicht, de zon gefilterd door een dunne wolkensliert met gouden randjes. Wat een ruimte, zo mooi kan het dus zijn, hoog te wonen. Hoe lang sta ik al, heel vreemd om geen horloge of telefoon te hebben hier, de klok op de Grote kerk is ver weg. Beneden wordt geroepen, drie meisjes op de fiets, ze zwaaien en ik zwaai terug. Het is maandagavond en in het park hier vlakbij is muziek, is het daarom zo druk? De band ‘Voltage’ speelt, neem ik een zekere toevalligheid waar, zie ik hier bovenop het Energiehuis verbanden die er niet zijn? De zon is helemaal verdwenen, er hangt een zware wolkenband. In de verte valt er regen uit in schuine banen. Dichterbij zweeft een heel klein wolkje, wit en eigenzinnig zijn eigen koers. Heel even lukt het, me af te sluiten voor de plek waar ik sta, word ik onzichtbaar achter het glas. Voel me zweven, hoog verheven boven de stad.

Precies een jaar en twee dagen geleden overleed mijn moeder. Natuurlijk had ik, om hier te staan, voor die dag kunnen kiezen, drie augustus. Bang als ik was voor teveel emotie, teveel symboliek, liever toch maar niet. Toch, onwillekeurig denk ik nu aan haar. De laatste drie regels van het gedicht wat ik voorlas op het kerkhof, onder de rode beuk, schieten me spontaan te binnen:
‘En ik zal gaan, en ik zal alleen zijn, ontheemd, zoals de groene boom,
zonder witte waterput, zonder blauwe en vredige hemel.
En de vogels zullen blijven zingen’.

Onhoudbaar zakt de zon vanonder de wolkenlaag en kleurt nog eenmaal, voor de laatste keer vandaag, de stad in warm oranje. De stad die me lief is, waar het vrede is, de daken blikkeren en waar de torens zwarte silhouetten worden. Het stukje hemel tussen wolkenband en stad ondefinieerbaar ijl en roze. Wat is het mooi. Rechts de donkere contour van de molen Kijck over de Dijck. De zon heeft kracht verloren en strijkt als een oranje bol langs zijn magere wieken. Op de dijk beneden me lijkt het al te schemeren in het tegenlicht. Alweer dat politiebusje. En daar fietst mijn dochter, ze zwaait en ik zwaai terug, met alles wat ik in me heb.

Het boek ‘Waarnemen’ van Krishnamurti. Hoeveel jaar is het geleden dat ik het boek las. Althans, ik probeerde het.