
en alweer een avontuur van Les Copains
een korte klimtrip in de Elzas / Vogezen
Camelot
“Touw!”
“Geef touw!”
En meer buitensmonds gemompel klinkt van boven. Barry, onzichtbaar voor ons, wil ondanks ons herhaaldelijk roepen dat het touw ‘uit’ is meer touw en blijft er om schreeuwen. Het klemt zich vast rondom een haakse rotswand en is niet door te trekken voor hem. Nadat hij dat heeft opgelost en de hardnekkig klemmende cam losgepeuterd zijn alle problemen voorbij. Het Bl’ Héros Ensemble glijdt in een soepele rupsbeweging langs de Martinswand.
Bodemdrift
Eindelijk weer samen op pad na een jaar dat de geschiedenis in zal gaan met het C-woord dat ik weiger hier neer te typen – genoeg! Asjeblieft! Zeer vroeg vertrokken om meteen die eerste dag omhoog te kunnen gaan, ergens. En alweer typisch, kennelijk standaard voor het illustere trio, het wandje dat wij opzoeken is getooid met een bordje;
La pratique de l’ escalade est fortement deconseillee.
Ce site n’est ni surveille, ni securise.
Dit gebied wordt niet onderhouden en afgeraden te beklimmen. Nou dat zullen we dan nog weleens zien zegt Barry en gooit even later een touw van boven. Creatief een standplaats in elkaar geknutseld en alle drie klimmen we met de nodige moeite de korte route. Gadegeslagen door Brooke, die ook mee is op dit tripje, maar nog niet staat te trappelen om te klimmen. Zij beschikt over een zekere bodemdrift. Kwamen we onderweg hierheen al een pijl tegen met ‘Point de vue’, hier op dit plekje is veel meer vue, prachtig.
Lynn heeft, zo nu en dan (meestal) een goed (=wild) idee.
”Als we aan de achterkant abseilen? Daar zijn veel langere routes”
Oké, dan mag zij, ook zoals altijd, als eerste abseilen in het ongewisse. Veertig meter tot op een randje waarachter het nog een veertig meter dieper gaat. Wij dalen ook af, maar dan, weer terug omhoog, hoe dan. Ik zie haar zoeken en aarzelen en eruit pendelen. Tenslotte verdwijnt ze uit het zicht. Met de nodige spanning wacht ik tot het vrij is, even denk ik nog gewoon terug omhoog, langs het massiefje te lopen. Met goed kijken en bedachtzaam klimmen kom ik verrassend snel over de grootste moeilijkheden heen. Phoe! Met een droge mond en hoge hartslag meld ik hijgend wat een extreem lastige route dit was. Haha en dat voor een 4c. Een beschaduwde route, gedeeltelijk begroeid met gras en uitgestorven kruimelend mos.
Maar wat ben ik van binnen blij dat ik niet ben omgelopen, een goed gevoel. En de Bratkartoffeln mit Schweinekäse und Braunwurstn op het terras-met-uitzicht van Auberge Schwanwasen mét een gekoelde Pinot-noir gaan er goed in bij het voldane Ensemble. Het weerzien van Chalet Cicogne Montagnarde, hoog gelegen boven het dorp is zacht gezegd ook min of meer fijn. Jammer dat de meisjes vroeg te bedde gaan, maar ach, Barry en ik maken het ook niet laat, het was een lange dag.
Rocher de Haut – Fourneau
Fissure de sagitture 5b
La Cheminee 2c
Diédre de la Saint Bernard 4c
Balkon
Voor de derde keer nu in dit Chalet, het is inmiddels vertrouwd en ik geniet opnieuw van deze heerlijke plek. Al om vijf uur word ik wakker en dwing mezelf nog even te blijven liggen en dat is lastig. Alles slaapt nog en op kousenvoeten sluip ik rond, maak koffie en onwillekeurig, hangend over het balkon van waaruit ik weet dat de Alpen soms zichtbaar zijn, denk ik terug aan die vorige keren. Toen, met de afgeslankte GGE, met z’n vieren nog, hierheen uitgeweken om alle restricties omtrent ‘C’ in de berghutten te vermijden.
Ik zet de balkondeuren open en de vroege ochtendzon straalt gefilterd door de grote boom haar warmte binnen. Helemaal per ongeluk neuriezing ik zachtjes, voor zover ik de juiste woorden ken:
‘no need te run and hide
it ‘s a wonderful, wonderful life
no need to laugh and cry
it ‘s a wonderful, wonderful life’
Wat een fantastische uitvalsbasis voor mooie wandelingen en na al die jaren in al die hutten eigenlijk wel lekker, privé. En zeker ook van die eerste keer komen herinneringen terug. De gezellige drukte toen met elf mensen en dan de stilte die neerdaalde wanneer ze vertrokken naar een skigebied en ik het rijk alleen had.

Martinswand
Wanneer men aan de Vogezen denkt komt niet meteen de gedachte aan klimmen op, maar eerder aan Gérardmer en het gelijknamige meer. Toch zijn er 37 massieven met in totaal ruim 1100 klimroutes. Van begin af was meteen duidelijk, de Martinswand, daar willen we heen. Het grootste en bekendste gebied. Negentig meter hoog, graniet. Voie Normale, die is voor ons, de langste route van het massief, zigzaggend met traverses en vier touwlengtes naar de top. Het was even zoeken, hoe komen we naar beneden. In feite staan we boven de toppen van de diverse massieven hier, zoals in Freyr.
Het steile paadje dat er langs lijkt af te dalen kan het niet zijn volgens L. en B. Ik zeg alleen dat ik, toen we met de GGE na de Hohneck hier langs liepen er geen ander pad te ontdekken was en denk er het mijne van. Als het om voorklimmen gaat, ik haak al snel af, begin er gewoon niet aan, maar dit paadje, business as usual, bekend terrein voor GGE-ers.
Na de lastige start met het touw en vastzittende cam volgt vrij snel een stukje traverse. En die is eigenlijk een beetje eng. Naklimmend afdalen en dat in een traverse voelt als voorklimmen. Ik spreek tot mijzelf; contact blijven houden met de wand L! En daarna is het alleen genieten. Even samen komen met z’n drieën op de volgende standplaats en weer door. En ik denk weer terug aan de fijne momenten samen, met Chamonix onder ons, tegenover de enorme Mont Blanc en aan de legendarische zoektocht naar Copains D ’Abord, of aan dat biertje met zicht op Aiguille du Midi. En de bonte avond en die vin chaude bij de yurt in het klimbos en nog veel meer van de wintersport week hier in het Chalet. Op een enkele verticale meter is het, zeker voor mij als naklimmer, nergens moeilijk. En al zou het dat zijn, daar geniet je als klimmer ook van.
In plaats van het tweelingtouw gebruiken we nu dubbeltouw en dat geeft mij meer vertrouwen. En ach, dat tweede naklimtouw even inklikken is geen moeite. Onze zonnebrillen kunnen niet verhullen dat onze ogen stralen. Dit is zo heerlijk, wat hebben we hiernaar verlangd. Het is niet alleen het klimmen of dat mooie uitzicht, de natuur of zelfs niet het avontuur. Nee; ontsnappen, vrijheid.
“Nakomen”,
hoor ik Barry roepen. Ik klik m’n zelfzekering los, roep dat ik er aan kom, kijk even om naar Lynn die glimlachend knikt en ik klim. Hoger!
Annie
Terug afgedaald op de bodem tussen twee massieven, mijn gear in het rugzakje proppend hoor ik ze mompelen en lachen en ik meen een woord op te vangen.
“Lionel, kijk eens even naar de camera?”
En nu lachen ze voluit en begrijp ik de context van het woord dat ik toch goed gehoord bleek te hebben; ‘Clitoris’. Zo heet de route waar ik onder sta. Onder een overhangend stukje is de naam keurig toepasselijk, ietwat verscholen op de rots geschilderd. Om de humor hiervan goed te doorgronden dient men op de hoogte te zijn van eerdere verhalen #, over een route in Hotton.
De naam die inmiddels historisch is geworden binnen de klimscene van Rivierenland; ‘Fissure Annie’. Een ietwat scheef hangende spleet route, die destijds door regenval nog gladder was. En welhaast een verplichte route, eentje die je gedáán moest hebben. Mijn reactie op het gelach:
“Because it is there….” ##
Tot overmaat van ramp blijkt een en ander ook nog gefilmd en zo moet een pensionado zich wat laten welgevallen. Waar is het respect van den jeugd.
Massief Martinswand
Voie normale, 4a,4a, 3, 4a
# verhalen; ‘Boven de achttien’ en ‘Annie’.
## ‘Because it is there’ is een gevleugelde uitspraak geworden. Het was het antwoord dat George Mallory gaf op de vraag van een journalist, toen hij, na twee eerder mislukte pogingen de Everest – destijds nog nooit beklommen – het opnieuw ging proberen. Hij keerde niet terug en zijn lichaam werd pas na vele jaren gevonden.
Rock & Roll
Behandelde ik al eens het thema kortebroek / afritsbroek, daar is uitputtend aandacht aan besteed in correlatie tot het rock en roll gehalte van schrijver dezes, welnu; ik huldig dan toch weer mijn principe: ‘Principes zijn er om overboord te gooien’. Noopten de vorige twee zomers tot noodzakelijk kortebroek gedrag, ook deze ietwat nattere zomer kan ik het niet laten. Ik bezit er inmiddels vier. Jawel. Ik ben dan ook alle schaamte voorbij aangaande het ontbreken van elke vorm van esthetiek die mijn onderdanen dan wel / niet zouden uitstralen. Voor de goede orde, in de stad zal men mij er niet op kunnen betrappen.
Alsmede het dragen van een pet, verstopte ik mijn tamelijk hoge voorhoofd achter een pet uit het duurdere segment als een Stetson of een Bosalino. Ik ben er klaar mee, ik ben een nieuw leven begonnen, wat kan mij het schelen. Die paar jaar nog.
Ook qua haardracht, beloofde mezelf pas weer mijn favobarbiertje te bezoeken wanneer het hoogste niveau van ‘C’ voorbij was. Dat dit enige tijd zou vergen, het barbershopje was enige tijd verplicht gesloten en tevens had barbertje zelf te kampen met ‘C’, hetgeen tot gevolg had dat bij mij achterop een soort mat begon te ontstaan. Soit, het was voor het goeie doel én het was -alweer dat woord; het gevoel – een heerlijk gevoel, dat haar dat mijn nek streelde. Nu we het er toch over hebben, ook graag iets meer respect voor dat kostbare gebit van ondergetekende met betrekking tot social media.
Hoog laait het vuur
En dat dan vier keer. En opnieuw. In canon. Het liedje dat Lynn inbrengt komt niet echt heel goed van de grond maar ach. Het kampvuur brandt lekker in de wasmachinetrommel, de avond is zwoel, de lichtjes van het dorp in de diepte gaan een voor een aan. Boven ons een enkele ster in de diepzwarte hemel, hier beneden gloeien wij nog na, het was heet op de rotswand. Wat heeft een klimmer nog meer nodig. Het gezelschap is warm, de forel ook en de wijn koel, love is in the air en de passie voor onze sport is zoals het vuur, het laait hoog.

Flake
Wederom zeer vroeg wakker, de wind rukt aan de luiken voor mijn open raam en dat geruis, regen, o no! Er is regen voorspeld, we gaan, we zien wel. En niet naar lac Blanc of Le Tanet, neen! De Martinswand zal het zijn, nogmaals, er is genoeg te doen. Wat een wand, mooi vloeiend en grijs met spectaculaire platen en spleten en deuken en blokken. Het lijkt wel een Bigwall, op miniatuur niveau. Lynn gooit van boven het touw uit in de volgende route en ik bind me snel in. Het voelt meteen goed, na de eerste passen. Mijn zooltjes zuigen zich vast aan het graniet, grijs met lichtgrijs en groen en geelgroen en alles daar tussenin. Dit is grip. Het ligt precies genoeg achterover en om het nog fijner te maken dient zich links of rechts steeds op tijd een volgend greepje aan. Ik ga snel, dit gaat soepel. Toch ben ik blij met het touw, vallen betekent hier schuren en schaven.
Automatisch denk ik terug aan Free Solo met Alex Honnold, hoe hij de eerste driehonderd meter op dit soort terrein ongezekerd ‘omhoog liep’. Het wordt wat steiler en wat meer zoeken naar iets voor je handen. Een enkele keer doe ik voorzichtig wat ‘handjamming’. De hand in de rotsspleet bol trekken, als je niet beweegt kost het geen huid. In de vorige twee kortere routes met de cannelures, de watergoten deed ik het zojuist al een paar keer. Dit is de vierde route vandaag, veel meer zullen het niet worden, er is regen voorspeld. Bovenop de kale vlakte waaide het hard, hier is het beschut.
Fijn voor Brooke, zit enigszins in de luwte al die tijd, ze ziet er toch vanaf, wanneer je lang niet klimt heb je iets te overwinnen. Ik ken het heel goed. Ik had al eens bijna afscheid genomen van het klimmen. Bovendien spelen Brookes hormonen ook een rol. Klimmen met een kindje in je buik als kostbare ballast voelt ook heel speciaal.
Toch komt er even een moment van twijfel, op ooghoogte een breder randje, prima om op te staan, alleen hoe kom je daar. Zoeken met mijn vingers in een ondiepe spleet naar iets meer vertrouwen. En dan, als ik eenmaal sta dringt zich alweer de vergelijking bij mij op, ik zie een flake, zoals op the Nose, maar dan in verhouding klein, maar het is er een. Ideaal, makkelijk. Bevind ik mij in de Freerider? En even verder nog een. Ik weet het, het is belachelijk, maar er komt een euforisch gevoel over me. Op het hoogste punt waar het touw over een ronde granieten rug naar de haken loopt ontsnapt mij een kreet die lijkt op:
“Yiiieehaaah!
Mijn tevreden blik wanneer ik op de bodem beland wordt niet beantwoord. Er is geheimzinnig gelach en weer is een camera op mij gericht. Niet begrijpend staar ik ze aan. Dan volg ik de blik en de vinger van Lynn, draai me om en lees de naam van de route. Nu begrijp ik waarom mijn vreugde tot grote hoogte was gestegen, ik heb zojuist de Clitoris gedaan. Bulderend gelach en ik lach mee. En wanneer Barry wil gaan klimmen blijkt het touw vast te zitten, in de spleet. Daar waar ik moeilijk zat, hogerop, roept hij dat een goede vingergreep heeft gevonden. Zachtjes begint het te regenen. Lynn wil de route uiteraard ook doen, bovendien zit er nog een karabiner van haar boven in de toprope. Van boven klinkt haar vrolijke stem:
“Het wordt nu toch wel nat hier, glad”.
Massief Martinswand
Les Cannelures 4c, Le Clafoutis 5B, Premier de corvée 5B,La Clitoris 5B

Scrub
Na de overvloedige pastamaaltijd zegt Lynn:
“Wij gaan in de Spa en doen ook nog een maskertje”,
en zij verdwijnt met Brooke naar beneden. Ojee, ja dat is waar ook, er is hier die sauna. Barry en ik doen nog maar een koffietje en bespreken de toestand in de wereld. Hij ziet mijn vragende blik als ik buiten een vreemd geluid hoor. Het is de schommel onder het balkon. Een tijdje later probeer ook ik het wereldkampioenschap Naaktschommelen te verbeteren, het blijkt een probaat middel om goed af te koelen na de sauna.
Morgen is het alweer de thuisreis dag, drie dagen het Ensemble met alle routes, bodemdrift, hoogtepunten, uitzichten, gesprekken, bekkenbodemdrift en ervaringen, het is teveel. Het mengt zich in het vermoeide hoofd van een klimmer tot een pasta van enorme afmetingen en slapen gaat echt niet. Hoog laait het vuur en dat dan meerstemmig.
Samoens
Na een kort nachtje toch weer om half zeven wakker, er piept een streepje licht door de luiken. Oja, meteen daalt een zekere weemoedigheid neer, de laatste dag. In gedachten sorteer ik mijn herinneringen. Zet koffie, haal de vaatwasser leeg, nu al haast op de automatische piloot. Zachtjes pak ik mijn spullen alvast in. Waar is mijn favoriete boodschappentas gebleven, dat souvenir uit Samoens, met een afbeelding van ons beoogde doel toen. De ‘Pointe du Tuet’. Een voor een melden de teamleden zich. Brooke met teleurstellende berichten, ‘we’ winnen minder medailles in Japan dan gedacht. Barry heeft een tas klimgrepen, o ja de aanhangwagen moet opgeleukt. Lynn vroeg me er bergen op te schilderen, denkend, als ik dan geen schilderij krijg voor aan de wand, dan maar op de kar.
Lac Blanc
Luiken dicht, de vaatwasser, de wasmachine, de droger, alles draait, alles is schoongepoetst, we gaan. Au revoir Chalet Cicogne Montagnarde, hopelijk tot ziens. Lunch aan de oever van Lac Blanc, in het heldere water zwemmen forellen in alle maten. Ze lusten Hollands krentenbrood van vijf dagen oud. We hebben prachtig zicht op het klimmassief Lac Blanc, een van de opties van deze trip. Misschien volgend jaar en dan hopelijk tot de top. Ik ben benieuwd wat dat witte ornament op de top voorstelt.
Boni-stock
Telefoon, amper thuis, Adri (GGE-lid):
“Gaan jullie nog naar Melchsee- Frutt?”
Het appartement is beschikbaar. De eigenaren die er alleen in de winter komen om te overnachten voor hun skitochten, vinden het leuk als het ook gebruikt wordt voor andere sportieve activiteiten. Kosten, zoals het er nu naar uit ziet, een goede fles wijn en goed stuk kaas, of iets naar eigen inzicht. En nog een andere mogelijkheid komt in zicht, de Zwitserse vriendin van Adri, Marie-Louise uit Luzern heeft nu een appartement in Munster. Te huur voor vrienden en wellicht voor vrienden van vrienden. Munster in het Gomsdal, Zwitserland. Jawel. Daar vlakbij Ritzingen – wordt vervolgd.