Boer

Als kind wilde ik boer worden – ik schreef het al eerder – naar het voorbeeld van mijn opa, die boer was. ‘Gemengd bedrijf’ zoals ik op school leerde. Boer zoals toen dus, geen John Deere tractor van pakweg een ton met airco en een halve computer aan boord. Geen melkquotum, luchtwasser, ammoniakvanger en zevenendertig vergunningen. Dus ook zonder eufemistisch: gewasbescherming – bijen en insecten uitroeimiddelen.
Boer zoals toen dus. Met een rijtje trekpaarden (Zeeuwschvlaamsche in dit geval), een groepje koeien in de kruidige wei, een stier in de stal, een paar gezellige varkens, echt scharrelende kippen op het erf, een klein geel hondje, een paar katten, zwaluwen onder de dakgoot en een kerkuil op de hooizolder. Met meidoorn omzoomde paardenweitjes, grote donkere schuren vol met geheimzinnige landbouwwerktuigen, de ploeg, de eg, de hooiomkeerder, de voederbietenmangel enzovoort. In het wagenhuis een aantal karren met rode wielen en een rijtuigje voor zondag.

Protest
Als er iets te protesteren valt sta ik niet vooraan. Wel ben ik het met zoveel dingen, de meeste in de politiek oneens, in principe vrijwel overal tegen zelfs. Toen ik het Rapport van de club van Rome las was ik op toppunt van mijn jeugdige oneindige wijsheid. En wat blijkt nu, een halve eeuw later, het is allemaal waar, het klopt precies wat daarin voorspeld was. Jammer wel dat ik het toen al wist en onze regering niet.
En nu, nu het te laat is doet onze regering nog steeds alsof ze het niet weet. Nu maakt het op wereldschaal natuurlijk vrij weinig uit, stel dat wij hier in dit kleine landje echt maatregelen zouden nemen om de wereld te redden. In Pakistan en Oeganda wil ook iedereen een auto en een koelkast, van milieu, stikstof nooit gehoord. Statiegeld op flesjes, hier na tientallen jaren uitstellen een groot succes – nu de blikjes nog, een van wereldreddende acties waarin onze regering heeft toegestemd, statiegeld, dat woord is in die landen onbekend.

Vlag
Heel erg vaderlandslievend ben ik niet, patriotisme is mij vreemd, van onze driekleur krijg ik geen warme gevoelens, hooguit moet ik iets wegslikken wanneer een sympathieke wielrenster op het ereschavot huilend het Wilhelmus zingend naar de ophijsende vlag kijkt.
Toch moet ik mij bedwingen om niet in lantaarnpalen te klimmen om de prostestvlaggen van de boeren eraf te scheuren. Logisch dat ze hun land niet kwijt willen, dikwijls al generaties in hun bezit.
Echter, je kunt je afvragen of je nog boer bent wanneer je in enorme schuren duizenden varkens of kippen opstapelt. Of dat je met de wetenschap van nu nog steeds je slootbermen of erger nog hele akkers oranje spuit. Het was vijftig jaar geleden al bekend dat ‘gewasbescherming’ onze bijenstand vermoord. Wat wordt hen eigenlijk bijgebracht op die landbouwschool? Is het dommigheid of gemakzucht, kan mij dat milieu nou schelen. Als mijn productie maar groot genoeg is, geld.

Boer
Het romantische beeld zoals dat in mijn herinnering voortleeft klopt uiteraard voor geen meter, het was ook toen gewoon hard werken, lichamelijk zeker zwaarder. Toch weet ik nog de heerlijke geur van de donkere stal met de warme paardenlijven waar we verstoppertje speelden. Hoe de yoghurt smaakte die oma zelf maakte en het water uit de pomp op het erf. En hoe zacht de neus van de bruine ruin Nelly was als ik haar daar een kusje gaf.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s