Ik ben Lily

Voor de volledigheid, even voorstellen, eigenlijk heet ik Lily May, maar meestal wordt dat May weggelaten. Ik ben in mei geboren, zodoende, en persoonlijk vind ik dat eerlijk gezegd wel mooi. Misschien komt dat jou, lezer, bekend voor, die titel; ‘Ik ben.’ Nou, dat kan kloppen, eerder verschenen verhaaltjes over Juul en Jens en dat zijn toevallig mijn nichtje en mijn neefje. De namen van mijn pa en ma ga ik hier niet geven, maar die van mijn zusje wel; Luana. Mooie naam hé, maar ja, ik heb haar nooit gekend, want ze is maar achttien dagen oud geworden. Je snapt natuurlijk wel dat dat een heel groot verdriet was. En nu zijn papa en mama extra blij met mij, hihi. (en mijn opa en oma ook natuurlijk) Je kan wel merken, het is allemaal nog erg nieuw en onwennig voor ze, maar wat zijn ze lief. Het liefst houden ze mij de hele dag vast. Ik vind het best hoor, even een huiltje (nooit huilie, huilie zeggen) of hup, daar beland ik alweer in de armen van deze of gene.

Volgens mij woon ik in een fijn huis, klein maar fijn, en in een hele grote tuin. Waarin, als ik het goed begrijp nog heel veel bloemen moeten gaan groeien. Er is nu wel een verschrikkelijk grote groene vlakte, zo ver als ik kan kijken. En die paadjes er doorheen, daar is volgens mij iets misgegaan, niet recht maar met bochten en slingers. En de kamer waarin ik woon is wat jullie, denk ik, gezellig noemen. En misschien goed om te weten, als je zo klein bent als ik, zie je nog niet alles even scherp. Dat boekje met zwart-wit afbeeldingen werkt prima, maar af en toe verschijnen er nieuwe gezichten boven mijn bed, geen idee wie dat zijn en bovendien zijn ze wazig. Ik weet al, als ik dan even glimlach, dat werkt, dan kraaien ze van plezier. Maar verder, eeh tja, ik ben nu precies drie maanden oud en meer weet ik niet hoor.

Oja, schiet me nog te binnen, over een poosje gaan die voornoemde opa en oma op mij passen, nou het zal mij benieuwen. Laatst hoorde ik hem iets mompelen van; ‘we willen allemaal oud worden, maar oud zijn niet!’ Volgens mij een cliché. Die oma schijnt behoorlijk lief te zijn, met oneindig veel geduld, kan nooit nee zeggen en heeft een heel repertoire aan liedjes met rare teksten. Terwijl hij zijn ei kwijt moet met poppenkasten en huizen maken, opvouwbaar en van karton. En in de tuin schijnt er een houten speelhuisje te zijn, nou ja, ik hoop dat dat nog even niet gesloopt wordt, voor mij duurt dat nog even. Oja, nog iets wat ik wel even kwijt moet, nu ik jullie toch spreek. Het begint op te vallen, ze hebben iets met dieren, die ouwelui van mij en dan heb ik het niet over de standaarddieren waar ouders altijd mee aan komen zetten. Jeweetwel, schapen en lammetjes en een koe die dan Boe zegt, neenee, zij zitten meer in de apen-, olifanten- en leeuwen sfeer. Overal van die beesten, op mijn trui, op de deken en de handdoek en zelfs in mijn kamer. En ik ben bang dat dit niet een fase is. Gewoon structureel, dat woord Afrika, dat komt zó vaak langs. Ik heb het idee dat ze daar iets hebben, iets van een jeep met een tent op het dak, wat dat ook zijn mag. We gaan het zien, ben bang dat ik er niet aan ontkom, ik zal eraan moeten geloven, nou ja maar een beetje mee bewegen. Je doet ze er een plezier mee, hop, naar Afrika. Oja, nog iets, Juul had een grote tekening voor me gemaakt, ook al met diertjes, lijkt me wel een lief meisje, Jens ook hoor, lief, maar jongetje dus en ik vermoed dat hij wel een doerak is. Of is dat een ouderwets woord? Schurk dan misschien, zegt opa ook altijd tegen mij.

Beetje jammer wel dat ze niet door hebben dat mijn luier een beetje erg vol is. Misschien is het een idee om schuin te liggen, zodat tie doorlekt. Héé’, wakker worden, mag ik even een klein beetje aandacht? Nu heb ik de naam weinig te huilen, maar in this case, huilen dan maar weer?

Plaats een reactie