Ik ben Juul en ik ben Jens (2)

‘Komtie binnen en ik zeg; ‘Opa, wat heb je dáár nu weer?’ Hij wil altijd opvallen; een witte pleister en wit dotje op z’n arm. Oma zegt dat hij bij de dokter is geweest en dan vragen wij natuurlijk, waaróm?’ Wij mochten dokter zijn, ik de dokter en Jens de zuster. Maar ik had het al snel gezien, laat Jens het maar doen, die pleister eraf trekken. Jens vindt namelijk bloed nogal tamelijk interessant. Het moest snel, volgens opa, in één keer die pleister eraf. Het eerste stukje deetie zelf, héél langzaam en toen rekte z’n vel heel gek uit, nou, en toen was er niks te zien, of nou ja, een héél klein gaatje’.

Nu jij Jens. ‘O, laatst zaten we bij ze in de auto, ‘Oto’, zegt oma altijd  en dat mag niet van ons, het is auto en toen reed er een hele grote zwarte Amerikaanse pick-up voorbij, zo’n Chevrolet RAM. ‘Kijk oma’, zei Juul; ‘Zo’n auto wil ik later ook!’ En toen moesten ze allebei hard lachen, waaróm? En wij zijn op vakantie geweest in Frankrijk en daar hadden ze een hele grote speeltuin en allemaal zwembaden met glijbanen enzo’.

Juul; ‘En ik mocht geen salto duiken maar ik heb wel A en B diploma. Ik vind dansen leuk, op vakantie leer ik allemaal dansjes bij de animatie en toen ging ik het doen bij opa en oma en zag een filmpje van The Spice Girls dat mama vroeger heel leuk vond. Ik weet nog niet precies wat ik ervan moet vinden, ze deden wel heel raar met andere mensen die niet mee dansten. En ik wil ook voor C diploma en ook zeemeermin maar dat mag niet.’

Jens: ‘En d’r was een bosbrand maar die was niet gevaarlijk zei mama en papa deed allemaal tassen in de auto en bij het grote meer zagen we rook daar achter en vliegtuigen kwamen water scheppen en dat gooiden ze op het vuur.

Juul; ‘We gingen even kijken naar Lily, dat is ons kleine nichtje en ik had een grote tekening gemaakt en wij durfden niks te zeggen want ze is zo klein en ze sliep en die handjes zijn zo klein met die nageltjes. De tuin is wel lekker groot, daar kan Jens voetballen’.

Jens; ‘Soms moeten we mee naar Het Huisje Aan De Zee. Oké, daar doen wij niet moeilijk over, wij gaan wel mee, als we maar niet er in moeten, in die zee. Wij gaan krabbenpoten zoeken en zeesterren en kwallen en dan graven we een gat en daar moet die kwal in. Of we maken een hotelkamer boven in de duinen, met allemaal stokjes en handdoeken’.

Juul; ‘Op opppasdag vroegen wij aan opa of het ook zou kunnen dat hij eens één keer een dag geen grapjes zou maken en hij zei goed. Drie keer raden hoelang hield hij dat vol. Gewoon normaal doen, opa, begrijp je het niet? Hij denkt zeker dat hij wel gek kan doen maar als wij eens even lekker willen gillen mag dat absoluut niet. Als we lang op de bel drukken kan hij er niet tegen. Als we bij ze logeren kruipen we ‘s morgens bij ze in bed en toen zei oma dat opa slaapt zonder onderbroek, toen hebben we zo gelachen dat het dekbed bijna kapot ging en de kussens ook. Waaróm?’

Jens; ‘Wat dan wel weer leuk is, is dat speelhuisje achter in hun tuin. Dat kan in en uitgeklapt worden en daar woon ik en Juul is de pakketbezorger en die komt dan allemaal dozen brengen en dan belt ze aan met de bel aan de buitenkant en dan ben ik soms niet thuis en schrijft Juul het op een briefje.’

Juul; ‘We zijn in een hotel geweest en daar was een berg en daar zijn we bovenop geweest en dat was spannend en mama zei dat opa dat best leuk zou vinden. En toen moesten we heel lang naar huis rijden en ik wou het net vragen maar Jens was eerst: ‘Mama? Is het morgen maandag? Mogen we dan naar oma?’

Plaats een reactie