Wel vaart

Het stuk dijk dat wordt beschermd door het Hillblock wordt even onderbroken door een smalle stenen trap. Zodat de bewoners van de boerderij er tegenover makkelijk de dijk kunnen afdalen, niet over het talud hoeven. Het Hillblock, de nieuwe vinding, de klos, of paddenstoelachtige betonvorm die heel modern nu onze dijken bedekt. Minder beton nodig, minder dijkverhoging noodzakelijk, want minder oplopende golven, die immers wegzakken in de holle ruimten eronder. Allemaal heel leuk en interessant maar daar gaat het me helemaal niet om. Die trap, daartussen, daar moest ik om glimlachen. Wat een gek land toch, aan alles wordt gedacht.

De trap op, de brug die Dordrecht met Zwijndrecht verbindt, het is even een hindernis. Je moet effetjes douwen met de fiets in de speciaal aangelegde goot. Laatst verzwikte ik mijn oog. Ernaast was nog een goot aangebracht. Een lopende band die meteen gaat lopen, eens je daar je rijwiel op deponeert. Voor (luie) E-bikers die hun logge frames immers niet handmatig omhoog geduwd krijgen. Wat een luxe. Rij een willekeurige stad, dorp of wijk binnen en daar staat weer zo’n plattegrondbord: hier staat u. Midden in een lege polder zult u bankjes aantreffen, picknicktafeltjes, prullenbakje ernaast. Er is geen natuurgebied of er staat een fraai fullcolour informatiebord, welke vogels en planten u daar zult spotten. Met diverse ingekleurde routes, immers, u wenst niet te verdwalen, geel voor vier kilometer en rood voor zesenhalf.

Ik zal ongetwijfeld iemand citeren, ik weet niet wie: het is een gek land, maar het is wel mijn land. En het kan te ver gaan. Het kunnen Amerikaanse toestanden worden. De voorzichtigheidscultuur is, zoals dat heet, overgewaaid. Borden die waarschuwen: ‘brugdek kan glad zijn’. Op een veerpont: ‘pas op, banken kunnen vuil zijn’. En: ‘einde gladheidsbestrijding’, in de zomer, midden in de polder. Zoveel verkeersborden op een kruispunt dat je moet stoppen om alles in een keer te kunnen overzien, begrijpen. Nederland – bordenland.  – Wewillenhetgraaggoeddoen –  Bij mijn duinovergang nu het bord wat waarschuwt voor ‘scherpe schelpen op het strand die mogelijk verwondingen kunnen veroorzaken’. Daarvan, van die dingen, begin ik toch echt binnensmonds te vloeken. Binnenkort het bord ‘pas op, het zeewater kan koud zijn’.

De trend om bakjes aan palen te hangen met daarin gratis zakjes waarin de hondenbezitter gratis zijn poep kan deponeren, alvorens deze met een weide boog achter de bosjes te werpen of ook wel thuis in de grijze of groene bak. Hierover heb ik mijn twijfels. Enerzijds schone schoenzolen, anderzijds, er is een middelgrote provincieplaats die de bakjes niet meer vult. Dit, blijkens een aangebracht tekstbordje, scheelt deze gemeente immers op jaarbasis 20.000 euro.

Geribbelde tegels en klikkende verkeerslichten voor blinden. Daar kan ik dan wel weer blij van worden. Tappunten voor drinkwater her en der in de stad. Gratis parkeren en busvervoer naar het centrum. Wat een welvarend land, allemaal leuke dingen voor de mensen. Elke stad een fijn park met mooie wandellanen er doorheen. Overal camera’s die over uw eigendommen waken en voor uw veiligheid. Even lekker aan je kruis krabben doe je maar thuis. Een nieuw bruggetje in de nieuwe natuur. Onder dat brugje nog een klein paadje naar de overkant, zo kunnen kleine diertjes die niet willen zwemmen toch veilig het wegje oversteken. Aan alles is gedacht, ach.

We maken onze leefomgeving prettig. Muren worden muurbeschilderd, of krijgen gedichten erop. We schilderen zebrapaden in de kleuren van de regenboog. Brommers die te hard rijden mogen op de rijweg. En kinderen van 13 en 11 jaar mogen terug naar hun moeder in Armenië. Voor 180 konikpaarden en 980 edelherten wordt nog opvang elders geregeld. En dan die borden als je de stad uitrijdt, bij het verlaten van de bebouwde kom: ‘bedankt voor uw bezoek, tot ziens.’ Jahoor, doei!

%d bloggers liken dit: