Toen ik in de vorige eeuw de hand wist te leggen op zo’n unieke broek met afritspijpen was ik daarmee de eerste in, tja, Dordrecht of misschien wel Zuidwest Nederland. De broek was van een stof waaraan Stanley in een oogopslag Livingstone herkend zou hebben. De pijpen van mijn pantalon waren in afgeritste toestand zodanig wijd dat hommels vrijelijk in en uit konden zwermen. Het zal aan het eind van diezelfde eeuw zijn geweest dat ik besloot nooit meer een korte of afritsbare broek te dragen. Ten eerste zijn mijn benen van een dusdanige schoonheid dat ik de aanblik ervan liever voor mezelf bewaar, ik wil geen vrouwen op foute gedachten brengen en ten derde, het is geen Rock & Roll. Het was dat ik mij liet beïnvloeden door Herman Brood. In het programma met de luxe villa in Zuid Frankrijk ging hij te water in zijn witte jeans. Hij bezat eenvoudigweg geen kortebroek of zwembroek. Hij ademde een en al R & R. Zoveel zelfs dat hij zich in bad kon laten afdrogen door de andere gast, de Leger des Heilsmajoor: hij bleef overeind. Daags erna, in de stoptrein naar Breda kwam een kortebroekendrager tegenover mij zitten. Zijn harige benen raakten haast de mijne. Hij had een puist op zijn knie en een witte onderbroek. Dat was het voor mij. Exit korte broek. Hooguit in de beslotenheid van de eigen tuin of op een hoegenaamd leeg strand zal ik mij er nog toe verlagen. Rock en Roll, hoe een begenadigd artiest als Eric Clapton ermee weg komt om in korte broek en op badslippers op te treden. En toch niets aan imago in boeten, ik zou het niet kunnen. Maar ja, mijn Rock & Roll gehalte is van dien aard dat ik iets meer moeite moet doen.
Terug nu naar de afritsbroek. Het is een algemeen geaccepteerd kledingstuk geworden. Hele volksstammen hullen zich erin. Was het eerst nog voorbehouden aan een groep vrijbuiters. Zij die erop uit trokken, de natuur in. Nu draagt een brede groep Nederlanders ze, afgeritst of niet. Jongeren zul je er niet in aantreffen, je moet een bepaalde leeftijd hebben om je er met goed gevolg in te kunnen vertonen. Liefst in gezelschap van je partner of een aantal leeftijdsgenoten. De kleuren liggen ook vast. Steevast zijn ze in zogenaamde aardekleuren. Beige, lichtgroen en alles wat daartussen zit. Dan het schoeisel wat eronder hoort, ook dat is aan ongeschreven wetten gebonden. Liefst wat plomp, makkelijk zittend, we noemen dat sportief. Er zijn diehards die hun broek zo vaak afgeritst dragen dat de losse pijpen inmiddels een geheel andere kleur hebben dan het kortebroek gedeelte. Een gewilde variant is de broek met de dubbele rits. Dan kan men naar gelang de weersomstandigheden variëren met de pijplengte. Op een dag dat het Nederlandse weer het toelaat gaat de burger op safari. Men trekt de al of niet elektrische fiets uit de schuur. Maar ook om te barbecueën is een dergelijke broek onmisbaar. Een keer mocht ik er getuige van zijn, het afritsmoment. Een gezond echtpaar maakte van de korte pauze gebruik. Ze fietsten fluks de platte rivierpont op en stalden de fietsen degelijk tegen de reling. Geroutineerd ontdeden zij zich van de pijpen. Het mannetje moest wel zijn grofbezoolde schoenen uitdoen om de pijpen te verwijderen. Juist toen de pont aanmeerde waren zij gereed voor de verdere reis. Frisgebroekt beenden zij de loopplank af.
Keer op keer zie je op de catwalks van de grote ontwerpers de kortebroek voorbij komen. Vaak gecombineerd met kekke jasjes, smalle stropdassen en opgeschoren coiffures. Dit jaar dan weer gecombineerd met baarden van bijna haatzaaiende lengte. In de ambiance van de mode incrowd kan het. Zodra zo’n modepopje zich op straat waagt en het is niet in de onmiddellijke nabijheid van strand of boulevard wordt zo’n ensemble al heel snel not done. Typisch dat op dit toneel de afritsbroek de grote afwezige is.
Mijn nieuwe status, de levensfase waarin ik sinds kort verkeer, doet mij in een soort identiteitscrisis belanden. Ik heb niets om aan te trekken, maar daarover een andere keer.