Equinox

Come a litlle bit closer
Hear what I have to say

Wellicht een Grootdictee woord, wanneer dat dictee nog bestond: equinox. Harvest moon, dat zou eigenlijk een mooiere titel voor dit verhaaltje zijn, maar dat is dan weer te letterlijk, naar mijn smaak. En dat bepaal ik lekker zelf, dat mag je doen, als schrijver. Harvest Moon van Neil Young, live, alweer uit 1971, so long ago, is toch wel de mooiste uitvoering. En het is bijna zover, equinox. Het moment dat de zon loodrecht boven de horizon staat. Dit jaar is dat op 23 september. En dan een volle maan, dichtst bij die dag.

‘Daar op die bank, daar wil ik zitten, aan de East River, zo bijna onder Queensborough Bridge, en het dan langzaam donker zien worden. En dan in een oude Porsche er overheen rijden, over die brug, dak eraf, van die Porsche. En jij zit naast me, met je grote zonnebril en met je haar dat naar voren waait. En alles is zwart-wit, like in the sixties, net als die Porsche. Neil Young op de radio. En jij steekt een North State, een lange met filter, voor mij aan met de sigarettenaansteker.

En ik wil met jou naar de Cineac, zomaar op een middag van een doordeweekse dag, een Franse film met ingewikkelde familie intriges, niet begrepen en erna met jou daar lang over doorpraten in een café en witte wijn of rosé of aperol.

Of met vrienden op een boot, over een meer of een rivier die stroomt, traag, en ze lachen en praten druk en vrolijk en ik heb alleen oog voor jou en jij, jij ook voor mij.

En de zon komt op, op een onwaarschijnlijke manier stijgt hij op boven de horizon van een lege zee of een mysterieuze bergrug ver weg, in een uniek en eenmalig samenspel met dunne wolken en ik ben de enige op de hele wereld die dit ziet en ik zou zo graag willen dat jij nu bij me was.

Het is vroeg en koel, maar prettig koel en stil. De schaduwen zijn lang en bestrijken heel de dalkom en pas bovenaan de rotswand is een streep zonverlicht. Behoedzaam en onhoorbaar loop ik door over fijn grind, maar tussen grote losgestrooide keien en blokken. Alles is grijs en licht en wit. In de verte klinkt wat steenslag, een troepje gemzen trapt wat los. Heel langzaam draai ik door de bocht om de rotswand en zie de uitgang van de brede kloof. Een schuine baan zonlicht valt daar neer en jij ziet het ook. Je pakt mijn hand en we lopen verder. Naar de zon.

Ik wil in slaap vallen met m’n hoofd tegen je aan, tegen je rug of je been, op een warm strand in de schaduw van de parasol, terwijl de wind zachtjes waait.

En ik hoop dat je dit leest en dat je dit ook, al deze dingen, dat je die ook wilt.’

We could dream this night away
But there’s a format rising
Lets’s go dancing in the night
We know where the music is playing
Let’s go out and feel the night

%d bloggers liken dit: