Onbedoeld hip cruis ik door de gonzende ruimten van Schiphol. Opeens heb ik toch nog veel tijd. Ik moet dochter Carol ophalen en had me zitten opvreten van stress terwijl ik van de ene in de andere file belandde. Eenmaal geparkeerd in laan 012 van het ‘koeien’ deel van de parking zie ik dat ze met een vertraging van veertig minuten is overgestapt in Parijs. Nu ik, met in de ene hand een medium Starbucksbeker cappuccino met mijn naam erop, en met de andere hand mijn telefoon checkend, dikke jas voor haar onder arm, de tijd dood, bedenk ik:
“Oh no, ik voldoe precies aan het beeld van de hedendaagse ophaler.”
De snelle wereld, die van de hipsters. Gelukkig is mijn baard kort. Ik zoek vlug een andere plek. Aan de zijkant kan ik bagageband 11 in de gaten houden. En daar zie ik haar. Ze is heel bruin en geheel ontspannen komt ze naar het glas. Het dikke glas scheidt ons. Zij, nog niet echt terug van de andere kant van de wereld, ik in het nuchtere Nederland. Een kwartier later de omhelzing:
“Wat is het hier koud, pa!”
“Oh no, ik voldoe precies aan het beeld van de hedendaagse ophaler.”
De snelle wereld, die van de hipsters. Gelukkig is mijn baard kort. Ik zoek vlug een andere plek. Aan de zijkant kan ik bagageband 11 in de gaten houden. En daar zie ik haar. Ze is heel bruin en relaxt komt ze naar naar me toe. Het dikke glas scheidt ons. Zij, nog niet echt terug van de andere kant van de wereld, ik in het nuchtere Nederland. Een kwartier later de omhelzing:
“Wat is het hier koud, pa!”
Het warme bad van de Nieuwjaarsreceptie. Omringd door vrienden en mensen met dezelfde passie. Klimmers en liefhebbers van bergen. Handen, heel veel handen, kussen soms ook.
“Hé, lang geleden. Waar ben jij geweest? Al plannen?”
Oliebollen, bitterballen. De enthousiaste voorzitter die spreekt. Hard praten in het rumoer, steeds afgeleid door de voortgaande slideshow met beelden van bergen en klimmers. Een heel andere wereld.
Heel anders staan de hapjes en de drankjes klaar in de hal van het Stadskantoor. Ook hier groepen gelijkgestemden bij elkaar. Met een gezamenlijke hobby. Of eigenlijk twee: fotograferen en de Dordtse Biesbosch. Een selectie van de beste foto’s, ingezonden voor een wedstrijd hangt aan de wand. Spannend, wie gaat er winnen, er zijn veel mooie bij. Het is stil, wij kennen elkaar niet, schatten in, wie hoort bij welke foto? Wethouder Ben van de Burg leidt het in en de boswachter maakt bekend. Gelukkig, ik win niet.
Een ochtendje, zomaar even helpen de kerstversiering af halen in het verpleeghuis. Sleutels en de portemonnee in de locker, een kopje koffie, de vrijwilligersbutton op en aan de slag in de grote zaal. Snel haal ik alle stekkers eruit, rol de verlengsnoeren op, zodat de andere vrijwilligers de bomen kunnen uitkleden. Hier kent men elkaar wel, oppervlakkig. Het zijn allemaal vrouwen, van diverse leeftijden en dat keutelt gezellig door en met elkaar. Iedereen doet wat, ongeorganiseerd maar toch, het werkt. Ik doe mijn eigen ding, tover vlug, bij de receptie, een kersttafereeltje om in een winterlandschapje. Dan koffie met koek in de zaal. Praatje links, praatje rechts. Goedmoedig sfeertje, weer zo anders.
Die avond breng ik door in een klaslokaal, of moet ik zeggen atelier. Schilderscursus. Achttien individuen achter een tekentafel. Iedereen met dezelfde opdracht, hetzelfde idee: iets maken, iets creëren, uit je tenen halen. Een beetje spannend is het ook. Lukt het, dat wat je in je hoofd hebt op papier te krijgen? Het niveau is wisselend, er zijn erbij met groot talent, dat zie je zo. Anderen bakken er niet veel van. De leraar beoordeelt alle resultaten positief. Overal ziet hij iets moois in, of een verwijzing naar een kunststroming. Je hoeft niet bang te zijn de grond ingeboord te worden. Keiharde kritiek wordt niet gegeven. Ik ben hier voor het eerst, maar ik voel me nu al thuis. De wereld van de kunst. (kleine k)