Gevangene van zijn gedachten
opgesloten in dat hoofd
opgekropte muizenissen
neuroses in het afgetobde brein
Toen dreef een zware blauwe wolk
langs het spinrag van gedachten
en daalde uit de bergen een vleugje wind
een droge koele gletsjerwind en die bevrijdde
duizend fantasieën en frustraties
die op hoge snelheid tolden
langs de steile wanden in zijn hoofd
Het verbaasde hoofd
dat achterbleef als een lege vogelkooi
leeg, met het deurtje open
uit ‘Wispelturig als de wind’
